gepubliceerd op 16 juli 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 29 mei 2012 in zake de nv van publiek recht « Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » tegen de provincie Oost-Vlaanderen, waarvan de expedit « Schendt artikel 204 van de wet van 21 maart 1991 (ingevoegd bij art. 5 van het K.B. 14 juni 2004)(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 29 mei 2012 in zake de nv van publiek recht « Nationale    Maatschappij der Belgische Spoorwegen » tegen de provincie    Oost-Vlaanderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is    ingekomen op 15 juni 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te    Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 204 van de wet van 21 maart 1991 (ingevoegd bij art.    5 van het K.B. 14 juni 2004) en artikel 14 van de wet van 23 juli 1926    (zoals gewijzigd door het K.B. van 10 oktober 2004) al dan niet    gelezen in samenhang met het Belastingreglement van de provincie    Oost-Vlaanderen, vastgesteld bij provincieraadsbesluit van 3 december    2008, het grondwettelijke gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel    vervat in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat de    bestreden artikelen de NMBS Holding en Infrabel vrijstellen van alle    belastingen, heffingen en rechten ten voordele van de provincies, de    gemeenten en de agglomeraties van gemeenten, terwijl de NMBS niet    wordt vrijgesteld van deze belastingen, heffingen en rechten ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5423 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut