Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 29 augustus 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 28 juni 2011 in zake S. B.H. tegen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknermers , waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen(...) « 1. Schendt artikel 1, vijfde en zesde lid, van de wet van 20 juli [1971 tot instelling van] gewaa(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011204359
pub.
29/08/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 28 juni 2011 in zake S. B.H. tegen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknermers (RKW), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 juli 2011, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 1, vijfde en zesde lid, van de wet van 20 juli [1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1971 pub. 19/08/2009 numac 2009000536 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van] gewaarborgde gezinsbijslag, in de versie ervan die van kracht was vóór 1 september 2010, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet en/of artikel 28 van de richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, in zoverre het de vluchteling in de zin van artikel 48/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen vrijstelt van de voorwaarde uitgedrukt in artikel 1, vijfde lid, van de wet van 20 juli [1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1971 pub. 19/08/2009 numac 2009000536 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten], en niet de persoon die de subsidiaire beschermingsstatus geniet in de zin van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, terwijl zij zich allebei in een vergelijkbare situatie bevinden, zijnde een machtiging tot verblijf op het grondgebied van het Rijk wegens de onmogelijkheid om naar hun land van herkomst terug te keren wegens de risico's van directe of indirecte vervolgingen en de ernstige bedreigingen voor hun fysieke integriteit ? 2. In de veronderstelling dat het antwoord op de voorgaande vraag ontkennend zou zijn : - Schendt artikel 1, vijfde en zesde lid, van de wet van 20 juli [1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1971 pub. 19/08/2009 numac 2009000536 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van] gewaarborgde gezinsbijslag, in de versie ervan die van kracht was vóór 1 september 2010, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet en/of artikel 28 van de richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, in zoverre het noch de persoon die de subsidiaire beschermingsstatus geniet in de zin van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, noch de vreemdeling die om enige andere reden gemachtigd is tot verblijf, vrijstelt, en/of in zoverre het zou vereisen dat die personen een voldoende band met België aantonen, terwijl zij zich in situaties bevinden die niet vergelijkbaar zijn wegens de bijzondere situatie van de persoon die de subsidiairebeschermingsstatus geniet in de zin van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ? - Schendt artikel 2, derde lid, van de wet van 20 juli [1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1971 pub. 19/08/2009 numac 2009000536 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van] gewaarborgde gezinsbijslag de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet, in zoverre het geen enkel onderscheid maakt tussen het behartigenswaardige geval van een om enige reden regelmatig verblijvende vreemdeling en het behartigenswaardige geval van een vreemdeling die regelmatig verblijft omdat hij de subsidiaire beschermingsstatus geniet in de zin van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5182 van de rol van het Hof.

De wnd. griffier, F. Meersschaut.

^