gepubliceerd op 31 maart 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 9 februari 2011 in zake Stefanie Rommens tegen de nv « Modular Lighting Instruments », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 « Schendt artikel 39 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de artikelen 1(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 9 februari 2011 in zake Stefanie Rommens tegen de nv « Modular Lighting Instruments », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 februari 2011, heeft de Arbeidsrechtbank te Kortrijk de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 39 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de werknemer die wordt ontslagen tijdens de periode waarin hij zijn arbeidsprestaties in het kader van het tijdskrediet met toepassing van de CAO nr. 77bis heeft verminderd, slechts recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon waarop hij effectief recht heeft op het ogenblik van zijn ontslag, terwijl de werknemer die wordt ontslagen tijdens de periode waarin hij ouderschapsverlof opneemt, met toepassing van artikel 105, § 3, van de herstel
wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
22/01/1985
pub.
12/08/2013
numac
2013000511
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon dat hij krachtens zijn arbeidsovereenkomst zou hebben verdiend indien hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd, en dit terwijl aan beide vormen van loopbaanonderbreking de bezorgdheid ten grondslag om de werknemer toe te laten zijn privé- en beroepsleven beter te kunnen combineren ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5109 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.