Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 03 januari 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 21 oktober 2010 in zake Wilfried Evenepoel tegen de vzw « MANUFAST - ABP Bedrijf voor aangepaste arbeid », waarvan de expeditie ter griffie van het Ho 1. « Vormen artikel 39 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en/of artike(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010206532
pub.
03/01/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 21 oktober 2010 in zake Wilfried Evenepoel tegen de vzw « MANUFAST - ABP Bedrijf voor aangepaste arbeid », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 november 2010, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Vormen artikel 39 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en/of artikel 103 en/of artikel 105, § 3, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de werknemer van 50 jaar en ouder die zonder maximumduur geniet van een vermindering van arbeidsprestaties in het kader van artikel 9 van de CAO 77bis (CAO van 19 december 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) en dus buiten het kader van ouderschapsverlof, in geval van ontslag, slechts recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon voor de verminderde arbeidsprestaties terwijl de werknemer die gedurende een beperkte periode geniet van een vermindering van arbeidsprestaties in het kader van ouderschapsverlof, in geval van ontslag, recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon waarop hij recht zou hebben indien hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd ? »;2. « Vormen artikel 39 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en/of artikel 103 en/of artikel 105, § 3, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met het verbod van directe en indirecte discriminatie op grond van leeftijd zoals bepaald in de richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep doordat de werknemer van 50 jaar en ouder die geniet van een vermindering van arbeidsprestaties in het kader van artikel 9 van de CAO 77bis (CAO van 19 december 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) in geval van ontslag, slechts recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon voor de verminderde arbeidsprestaties terwijl werknemers jonger dan 50 jaar, die niet van deze regeling gebruik kunnen maken en bijgevolg door deze regeling ook niet worden aangezet om hun arbeidsprestaties te verminderen, in geval van ontslag recht hebben op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van loon voor niet-gereduceerde prestaties ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5053 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^