gepubliceerd op 20 januari 2010
Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen. - Aanslagjaar 2011 Voorafgaande opmerkingen Overeenkomstig artikel 178, § 7, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij artikel 4 van Dientengevolge zullen de bedragen bedoeld in de punten A, B en D hieronder worden geïndexeerd volge(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen. - Aanslagjaar 2011 Voorafgaande opmerkingen Overeenkomstig artikel 178, § 7, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 21 december 2009 houdende fiscale en diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 31 december 2009, ed. 2), mag de toepassing van artikel 178 geen aanleiding geven tot een lager bedrag dan dat van het jaar voordien, met uitzondering voor de bepalingen bedoeld in de §§ 4 en 6 van dat artikel.
Dientengevolge zullen de bedragen bedoeld in de punten A, B en D hieronder worden geïndexeerd volgens de coëfficiënten vastgelegd voor aanslagjaar 2010.
Voor de bedragen bedoeld in punt C gebeurt een negatieve indexering.
Voor de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (artikel 38, § 1, 24°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) kan, in afwijking van het bepaalde in punt C, de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit er, in navolging van het Beheerscomité van de RSZ, in toestemmen om voor 2010 de hogere grens van 2009 (2.314 EUR) te aanvaarden wanneer de doelstellingen hoofdzakelijk werden verwezenlijkt op basis van prestaties in 2009.
Indexeringsregels A. De coëfficiënt bedoeld in artikel 178, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedraagt voor het aanslagjaar 2011 1,5693, zijnde het resultaat van de deling van het gemiddelde van de indexcijfers van 2009 (111,26) en het gemiddelde van de indexcijfers van 1988 (70,90). Evenwel wordt, zoals uitgelegd is in de voorafgaande opmerkingen, met die coëfficiënt geen rekening gehouden maar worden alle bedragen geïndexeerd met de coëfficiënt voor aanslagjaar 2010 1,5701.
De tabel onder I hierna bevat de basisbedragen uit het genoemde Wetboek die volgens de voormelde coëfficiënt worden geïndexeerd en de geïndexeerde bedragen voor het aanslagjaar 2011 (afgekort tot Aj. 2011).
B. De coëfficiënt bedoeld in artikel 178, § 3, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedraagt voor het aanslagjaar 2011 1,3836, zijnde de coëfficiënt die wordt verkregen door het gemiddelde van de indexcijfers van 2009 (111,26) te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van 1988 (70,90) vermenigvuldigd met de verhouding tussen de gemiddelden van de indexcijfers van de jaren 1997 (88,43) en 1991(77,97). Evenwel wordt, zoals uitgelegd is in de voorafgaande opmerkingen, met die coëfficiënt geen rekening gehouden maar worden alle bedragen geïndexeerd met de coëfficiënt voor aanslagjaar 2010 1,3844.
De tabellen onder II, A tot F, hierna bevatten de basisbedragen uit datzelfde Wetboek die volgens de voormelde coëfficiënt worden geïndexeerd en de geïndexeerde bedragen voor het aanslagjaar 2011 (afgekort tot Aj. 2011).
De tabellen onder III, A en B, hierna bevatten de basisbedragen die in bijzondere wetten zijn opgenomen en die volgens de voormelde coëfficiënt worden geïndexeerd en de geïndexeerde bedragen voor het aanslagjaar 2011 (afgekort tot Aj. 2011).
C. In afwijking van A en B hierboven worden de volgende bedragen met een bijzondere coëfficiënt geïndexeerd : 1° de in artikel 38, § 1, eerste lid, 23° en § 4, en artikel 97, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde bedragen worden voor aanslagjaar 2011 geïndexeerd overeenkomstig artikel 178, § 4, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, zijnde de vermenigvuldiging van het basisbedrag met het gezondheidsindexcijfer van de maand september 2009 (125,67 - basis 1996) en gedeeld door het gezondheidsindexcijfer van de maand september 2003 (112,47 - basis 1996);2° het in artikel 38, § 1, eerste lid, 24°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde bedrag wordt voor aanslagjaar 2011 geïndexeerd overeenkomstig artikel 178, § 6, van hetzelfde Wetboek, zijnde de vermenigvuldiging van het basisbedrag met het gezondheidsindexcijfer van de maand september 2009 (110,46 - basis september 2007) en gedeeld door het gezondheidsindexcijfer van de maand september 2007 (105,71 - basis september 2007). De tabellen onder IV, A en B, hierna bevatten de basisbedragen uit het genoemde Wetboek en de geïndexeerde bedragen voor het aanslagjaar 2011 (afgekort tot Aj. 2011).
D. De coëfficiënt bedoeld in artikel 518 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, bedraagt voor het inkomstenjaar 2010 1,5453, zijnde het resultaat van de deling van het gemiddelde van de indexcijfers van 2009 (111,26) door het gemiddelde van de indexcijfers van de jaren 1988 en 1989 (72,00; gemiddelde van de indexcijfers van 1988 : 70,90 - gemiddelde van de indexcijfers van 1989 : 73,10).
Evenwel wordt, zoals uitgelegd is in de voorafgaande opmerkingen, met die coëfficiënt geen rekening gehouden maar worden alle bedragen geïndexeerd met de coëfficiënt voor inkomstenjaar 2009 1,5461.
Voor de toepassing van artikel 255 van hetzelfde Wetboek valt het inkomstenjaar 2010 samen met het aanslagjaar 2010 en voor de toepassing van het artikel 7, zoals dat bestond alvorens te zijn gewijzigd door artikel 386 van de programmawet van 27 december 2004, en van de artikelen 8 tot 11, 16, 221,1°, 222,2°, 234,1° en 526 van dat Wetboek valt dit inkomstenjaar samen met aanslagjaar 2011.
De tabel onder V hierna bevat de basisbedragen uit het genoemde Wetboek die volgens de voormelde coëfficiënt worden geïndexeerd en de geïndexeerde bedragen voor het inkomstenjaar 2010.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld