gepubliceerd op 24 november 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 11 september 2006 in zake de minister van Financiën en het openbaar ministerie tegen B. Degroote en de BVBA « Degroote Brecht », w 1. « Schenden artikel 8, § 1, van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de belasting van ener(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 11 september 2006 in zake de minister van Financiën en het openbaar ministerie tegen B. Degroote en de BVBA « Degroote Brecht », waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 17 oktober 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Ieper de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schenden artikel 8, § 1, van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de belasting van energieproducten en electriciteit (oud) gelezen in samenhang met artikel 26-2° en 26-3° van het ministerieel besluit van 28 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van minerale olie, het grondwettelijk legaliteitsbeginsel, neergelegd in artikel 170 en 172 van de Grondwet aldus geïnterpreteerd dat een motorvoertuig met erop gemonteerde betonpomp niet onder hun toepassingsgebied ressorteert ? »;2. « Schenden artikel 8, § 1, van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de belasting van energieproducten en electriciteit (oud) gelezen in samenhang met artikel 26-2° van het ministerieel besluit van 28 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van minerale olie, het gelijkheidsbeginsel en artikel 10 en 11 van de Grondwet, door personen die gebruik maken van een motorvoertuig met erop gemonteerde betonpomp niet toe te laten dit voertuig aan te drijven met roodgekleurde en met solvent yellow 124 gemerkte gasolie, terwijl zulks wel wordt toegelaten voor personen die gebruik maken van motoren van installaties en machines die worden gebruikt in de bouw, de weg- en waterbouw en voor openbare werken ? »;3. « Schenden artikel 8, § 1, van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de belasting van energieproducten en electriciteit (oud) gelezen in samenhang met artikel 26-3° van het ministerieel besluit van 28 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van minerale olie, het gelijkheidsbeginsel en artikel 10 en 11 van de Grondwet, door personen die gebruik maken een motorvoertuig met erop gemonteerde betonpomp niet toe te laten dit voertuig aan te drijven met roodgekleurde en met solvent yellow 124 gemerkte gasolie, terwijl zulks wel wordt toegelaten voor personen die gebruik maken van motoren voor voertuigen die door hun bestemming buiten de openbare weg worden gebruikt of waarvoor geen vergunning is verleend voor overwegend gebruik op de openbare weg ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4056 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.