Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 03 augustus 2006

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij twee vonnissen van 14 juni 2006 respectievelijk in zake de NV Sonica en de NV Record King tegen de CVBA Belgische Vereniging van auteurs, com 1. « Zijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden, doordat artikel 1 van de wet van 30 jun(...)

bron
arbitragehof
numac
2006202481
pub.
03/08/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij twee vonnissen van 14 juni 2006 respectievelijk in zake de NV Sonica en de NV Record King tegen de CVBA Belgische Vereniging van auteurs, componisten en uitgevers, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 26 juin 2006, heeft de Vrederechter van het Kanton Vorst de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Zijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden, doordat artikel 1 van de wet van 30 juni 1994 [betreffende het auteursrecht en de naburige rechten] zonder onderscheid van toepassing is op alle verspreiders van muziek aan het publiek, ongeacht hun specifieke activiteiten en het met de verspreiding nagestreefde doel, waardoor aldus de verplichting wordt opgelegd tot betaling van auteursrechten voor de verspreiding, aan zijn cliënteel, van muziek waarbij men precies tot taak heeft die muziek voor te stellen en te verkopen ? »;2. « Zijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden, doordat artikel 22 van de wet van 30 juni 1994, dat voor bepaalde categorieën van personen en/of instellingen die muziek publiekelijk verspreiden, voorziet in uitzonderingen wegens het specifieke karakter van hun activiteit of het doel van de verspreiding, niet voorziet in een uitzondering voor de muziekwinkels, terwijl zowel het specifieke karakter van die activiteit als het doel van de publieke verspreiding dezelfde specifieke behandeling zouden kunnen verantwoorden als die van de in artikel 22 van de wet van 30 juni 1994 beoogde personen en/of instellingen ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4006 en 4007 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^