gepubliceerd op 27 mei 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 maart 2005 in zake het openbaar ministerie tegen A. Bonne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op « Schendt artikel 492bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd door artikel 142 van de faillisseme(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 maart 2005 in zake het openbaar ministerie tegen A. Bonne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 3 mei 2005, heeft de Correctionele Rechtbank te Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 492bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd door artikel 142 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het door de artikelen 12 en 14 van de Grondwet gewaarborgde wettigheidsbeginsel in strafzaken, door de strafbaarheid van het misdrijf misbruik van vennootschapsgoederen te laten afhangen van de voorwaarde dat het gebruik dat werd gemaakt van de goederen of van het krediet van de rechtspersoon, ' op betekenisvolle wijze ' in het nadeel was van de vermogensbelangen van de rechtspersoon en van die van zijn schuldeisers of vennoten en van de wetenschap van de dader omtrent deze ' op betekenisvolle wijze ' benadeling ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3695 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.