gepubliceerd op 19 april 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 9 maart 2005 in zake R. de Puydt, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 maart 2005, heeft « Is het, in de zin van art. 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend om in toepassing van art. 488(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 9 maart 2005 in zake R. de Puydt, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 maart 2005, heeft de vrederechter van het kanton Halle de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is het, in de zin van art. 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend om in toepassing van art. 488bis van het Burgerlijk Wetboek, maximum 3 % vergoeding, al dan niet arbitrair verhoogd met een vergoeding van buitengewone ambtsverrichtingen, toe te kennen, terwijl o.m. bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en bij het koninklijk besluit van 18 december 1998 aan andere gerechtelijke mandatarissen voor gelijkwaardige prestaties veel hogere vergoedingen toegekend worden ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3675 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.