Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 09 april 2004

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 29 januari 2004 in zake K. Roelandt tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen o 1. « Schendt artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen door artikel (...)

bron
arbitragehof
numac
2004200964
pub.
09/04/2004
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 29 januari 2004 in zake K. Roelandt tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 6 februari 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen door artikel 29 van de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Vennootschappen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de echtgenoot van de gefailleerde, die zich persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor de schuld van deze laatste, ingevolge de verschoonbaarheid bevrijd is van die verplichting, terwijl de echtgenoot van de gefailleerde die krachtens een wettelijke bepaling met de gefailleerde hoofdelijk gehouden is tot betaling van een schuld van deze laatste ingevolge de verschoonbaarheid niet bevrijd is van die verplichting ? » 2.« Schendt artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen door artikel 29 van de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Vennootschappen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de echtgenoot van de gefailleerde verplicht blijft de belastingschuld van de gefailleerde inzake onroerende voorheffing voor de gezinswoning of personenbelasting te betalen, terwijl de gefailleerde zelf niet meer verplicht is deze belastingschuld te betalen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2911 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^