Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 16 februari 2002

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 4 december 2001 in zake M. Van de Vyver tegen J. Vanlommel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 « Schendt artikel 1, 3°, eerste lid, van de overgangsbepalingen van de wet van 14 juli 1976 betreff(...)

bron
arbitragehof
numac
2002021032
pub.
16/02/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 4 december 2001 in zake M. Van de Vyver tegen J. Vanlommel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 december 2001, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1, 3°, eerste lid, van de overgangsbepalingen van de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels (artikel 3) dat bepaalt dat indien de verklaring bedoeld in 1° niet wordt afgelegd, de echtgenoten die de gemeenschap beperkt tot de aanwinsten hadden aangenomen, onderworpen zullen zijn aan de bepalingen van de artikelen 1415 tot 1426 voor alles wat betrekking heeft op het bestuur van de gemeenschap en van de eigen goederen, alsook aan de bepalingen van de artikelen 1408 tot 1414 betreffende de gemeenschappelijke schulden en de rechten van de schuldeisers, geïnterpreteerd in die zin dat artikel 1447 van het Burgerlijk Wetboek op deze echtgenoten niet van toepassing is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2307 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^