gepubliceerd op 25 december 2001
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 26 oktober 2001 in zake de n.v. Meubelfabriek S.P.B. International Brussel tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de « Miskent het artikel 28, § 1, van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevorde(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 26 oktober 2001 in zake de n.v. Meubelfabriek S.P.B. International Brussel tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 oktober 2001, heeft de Arbeidsrechtbank te Tongeren de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Miskent het artikel 28, § 1, van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang met het artikel 6 van het E.V.R.M. inzoverre : - de werkgevers [...] op grond van artikel 6 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling werden uitgesloten van een terugvorderingsmogelijkheid door de RSZ ingeval van netto-personeelsaangroei ten gevolge van transfers die niet gebeurden tussen ondernemingen van dezelfde groep of dezelfde economische entiteit, terwijl thans alle transfers worden geviseerd en met name ook de werkgevers met een netto-personeelsaangroei ten gevolge van transfers tussen niet verwante bedrijven; - er afbreuk wordt gedaan aan het principe dat het genot van de aan de Belgen toegekende rechten zonder discriminatie moet worden verzekerd, met name ten nadele van de werkgevers met een netto-personeelsaangroei ten gevolge van transfers tussen niet verwante bedrijven; - er op onverantwoorde wijze afbreuk wordt gedaan aan het beginsel van het zonder discriminatie verzekeren van het recht op rechtszekerheid door het verlenen van terugwerkende kracht, terwijl er in se een inhoudelijke wijziging werd toegebracht aan artikel 6 van de wet van 3 april 1995, terwijl geen bijzondere omstandigheden zulks verantwoorden ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2282 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.