gepubliceerd op 20 oktober 2000
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 27 juni 2000 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen M. Ghislain en W. Israel, waarvan de expeditie ter griffie van het « Is artikel 73 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 niet strijdig met de artikelen 10 en 1(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 27 juni 2000 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen M. Ghislain en W. Israel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 12 juli 2000, heeft de Rechtbank van koophandel te Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 73 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 niet strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling een summiere sluitingsprocedure invoert waarbij de rechtbank de sluiting van het faillissement kan uitspreken en over de verschoonbaarheid van de gefailleerde uitspraak kan doen zonder dat een vergadering van schuldeisers wordt gehouden met het oog op het overleggen van de rekeningen door de curator en het uitbrengen van een advies over de verschoonbaarheid van de gefailleerde, terwijl de gewone procedure tot sluiting van het faillissement waarin de artikelen 79 en 80 van de wet van 8 augustus 1997 voorzien, te dien einde een dergelijke vergadering organiseert ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2013 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 september 2000 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 11 september 2000, heeft P. D'Hoker, wonende te 9850 Nevele, Biebuyckstraat 14, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, 7 en 9 van de wet van 26 juni 2000 tot beperking van de helft van de devolutieve kracht van de lijststemmen en tot afschaffing van het onderscheid tussen kandidaat-titularissen en kandidaat-opvolgers voor de verkiezing van de provincie- en gemeenteraden en het Europees Parlement (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 juli 2000, eerste uitgave), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2027 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.