Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 03 april 1998

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 9 februari 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 10 februari 19 Bij twee verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 11 februari 1998 ter post aangete(...)

bron
arbitragehof
numac
1998021140
pub.
03/04/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 9 februari 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 10 februari 1998, heeft A. Van Den Borre, wonende te 8450 Bredene, Derbylaan 33, bus 2, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 4, 7, 10 en 23 van de wet van 9 juli 1997 houdende maatregelen teneinde de gerechtelijke achterstand weg te werken bij de hoven van beroep (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 13 augustus 1997), wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Bij twee verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 11 februari 1998 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 12 februari 1998, heeft M. Van Bever, wonende te 1850 Grimbergen, Vinkenstraat 18, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 4, 7, 10 en 23 van dezelfde wet van 9 juli 1997, wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Die zaken zijn ingeschreven respectievelijk onder de nummers 1291, 1292 en 1293 van de rol van het Hof en zijn samengevoegd.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 februari 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 februari 1998, hebben G. De Veirman, wonende te 1501 Halle, Berkenlaan 1, en de v.z.w. Algemeen Eigenaarssyndicaat, met maatschappelijke zetel te 1180 Brussel, Adolphe Dupuichlaan 24, beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging (wat betreft de artikelen 5, 7 tot 21 en 56 tot 58) ingesteld van het decreet van het Vlaamse Gewest van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 19 augustus 1997), wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 1296 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 71.553 van 4 februari 1998 in zake de Belgische Staat tegen G. Moonen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 12 maart 1998, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 3 van de wet van 17 juli 1991 tot wijziging van de wetten op de vergoedingspensioenen, gecoördineerd op 5 oktober 1948, wat het vergoedingspensioen voor de langstlevende echtgenoot van een invalide militair betreft, waarin het recht op een pensioen, toegekend door het nieuwe artikel 21 van de genoemde gecoördineerde wetten, afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat het overlijden van de persoon die het slachtoffer is van het schadelijke feit moet hebben plaatsgehad na 24 september 1991, in strijd met de artikel 10 en 11 van de Grondwet ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1307 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 10 maart 1998 in zake I. Masleinnikov en A. Lourova tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 23 maart 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 8, § 2, vierde lid, van de wet van 10 juli 1996, die de wet van 15 december 1980 heeft gewijzigd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en/of 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat het ieder afzonderlijk beroep tegen de voorbereidende beslissing van de eerste voorzitters uitsluit, en in het bijzonder ieder beroep in kort geding (burgerlijk of administratief) ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1313 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^