Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 12 juni 2023

Uittreksel uit arrest nr. 71/2023 van 27 april 2023 Rolnummer 7813 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 40 van de wet van 28 november 2021 « om justitie menselijker, sneller en straffer te maken » Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechter(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023202503
pub.
12/06/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 71/2023 van 27 april 2023 Rolnummer 7813 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 40 van de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/11/2021 pub. 15/12/2021 numac 2021022600 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie 28 NOVEMBER 2021. - Wetsontwerp tot omzetting van Richtlijn 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen en(...) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamer(...) type wet prom. 28/11/2021 pub. 08/12/2021 numac 2021022538 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de vierde aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 sluiten « om justitie menselijker, sneller en straffer te maken » (wijziging van artikel 10, § 3, vijfde lid, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten « op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers »), ingesteld door Magali Clavie.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters T. Giet, M. Pâques, T. Detienne, D. Pieters en S. de Bethune, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 25 mei 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 mei 2022, heeft Magali Clavie, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. B. De Beys, Mr. L. Depré en Mr. G. Rolland, advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van artikel 40 van de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/11/2021 pub. 15/12/2021 numac 2021022600 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie 28 NOVEMBER 2021. - Wetsontwerp tot omzetting van Richtlijn 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen en(...) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamer(...) type wet prom. 28/11/2021 pub. 08/12/2021 numac 2021022538 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de vierde aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 sluiten « om justitie menselijker, sneller en straffer te maken » (wijziging van artikel 10, § 3, vijfde lid, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten « op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers »), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 november 2021, tweede editie. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan B.1.1. Het beroep tot vernietiging heeft betrekking op de bezoldigingsregeling voor de voorzitter van de Kansspelcommissie, een orgaan dat is opgericht bij de Federale Overheidsdienst Justitie bij artikel 9 van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten « op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers » (hierna : de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten). Artikel 10, § 3, van dezelfde wet, zoals het van kracht was vóór de inwerkingtreding van de bestreden wet, bepaalde : « De voorzitter wordt op voordracht van de minister van Justitie bij een in de Ministerraad overlegd besluit door de Koning benoemd uit de Nederlandstalige en Franstalige magistraten die overeenkomstig artikel 43quinquies van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken het bewijs van de kennis van de Franse, respectievelijk Nederlandse taal hebben geleverd.

De voorzitter oefent zijn ambt voltijds uit.

Hij mag tijdens de duur van zijn mandaat geen andere beroepsbezigheid uitoefenen.

De voorzitter van de commissie behoudt als magistraat zijn plaats op de ranglijst. Gedurende zijn opdracht wordt hij geacht zijn ambt te hebben uitgeoefend. De bepalingen inzake inruststelling en pensioen zijn op hem van toepassing. In de vervanging van de magistraat wordt voorzien door een benoeming in overtal overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek. Wanneer het een korpschef betreft, wordt in zijn vervanging voorzien door de benoeming in overtal van een magistraat uit de onmiddellijk lagere rang. De voorzitter wordt van rechtswege gedetacheerd.

De voorzitter blijft zijn wedde met de daaraan verbonden verhogingen en voordelen genieten. De voorzitter ontvangt daarnaast een jaarlijkse weddetoelage van 15 000 euro, niet geïndexeerd, onverminderd de eventuele taalpremie ».

B.1.2. Het vijfde lid van de voormelde bepaling is ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009070 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen sluiten « tot wijziging van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft » (hierna : de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009070 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen sluiten) en is in werking getreden op 1 januari 2011. De niet-geïndexeerde weddetoelage die daarbij is ingevoerd, is als volgt verantwoord in de parlementaire voorbereiding van de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009070 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen sluiten : « Volgens de staatssecretaris was het aanvankelijk de bedoeling de bezoldiging van de voorzitter af te stemmen op die van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, naar analogie van de financiële regeling die gangbaar is bij vergelijkbare instanties. Vervolgens werd beslist een weddetoeslag van 15 000 euro toe te kennen, wat overeenstemt met het verschil tussen de wedde van een advocaat-generaal bij het hof van beroep en de wedde van een advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie.

In plaats van laatstgenoemde wedde als ijkpunt te nemen, werd ervoor gekozen via dit wetsontwerp het exacte bedrag van die weddetoeslag in de wet van 1999 op te nemen. Aldus wordt voorkomen dat een substituut die tot voorzitter van de commissie wordt aangewezen, dezelfde wedde zou hebben als een advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie » (Parl.

St., Kamer, 2008-2009, DOC 52-1992/006, p. 54).

B.1.3. Het bestreden artikel 40 van de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/11/2021 pub. 15/12/2021 numac 2021022600 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie 28 NOVEMBER 2021. - Wetsontwerp tot omzetting van Richtlijn 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen en(...) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamer(...) type wet prom. 28/11/2021 pub. 08/12/2021 numac 2021022538 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de vierde aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 sluiten « om justitie menselijker, sneller en straffer te maken » (hierna : de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/11/2021 pub. 15/12/2021 numac 2021022600 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie 28 NOVEMBER 2021. - Wetsontwerp tot omzetting van Richtlijn 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen en(...) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamer(...) type wet prom. 28/11/2021 pub. 08/12/2021 numac 2021022538 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de vierde aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 sluiten) wijzigt het hiervoor aangehaalde vijfde lid. Dat artikel bepaalt : « In artikel 10, § 3, vijfde lid, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009070 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden ' niet geïndexeerd, ' worden opgeheven;2° het lid wordt aangevuld met de volgende zin : ' Voor deze jaarlijkse weddetoelage geldt de indexeringsregeling en ze is verbonden aan de spilindex welke van toepassing was op 1 april 2020, zijnde 107,20.' ».

De verzoekende partij vordert inzonderheid de vernietiging van de woorden « en ze is verbonden aan de spilindex welke van toepassing was op 1 april 2020, zijnde 107,20 ».

B.1.4. Die bepaling is in de parlementaire voorbereiding verantwoord als volgt : « De wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009070 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen sluiten tot wijziging van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft, heeft het vijfde lid van artikel 10, § 3, ingevoerd en voorziet in een jaarlijkse weddetoelage van 15 000 euro voor de voorzitter van de Kansspelcommissie.

Uit de parlementaire werkzaamheden blijkt dat deze salarisaanvulling hoog genoeg moet zijn om te voorkomen dat de kansspelsector invloed op de voorzitter probeert uit te oefenen. Uit deze werkzaamheden blijkt eveneens dat het aanvankelijk de bedoeling was om het salaris van de voorzitter van de Kansspelcommissie gelijk te trekken met dat van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, maar dat later, om rekening te houden met de oorspronkelijke status van de voorzittende rechter, werd beslist om te werken met een salarisvergoeding van 15 000 euro, wat overeenkomt met het verschil tussen het salaris van een advocaat-generaal bij het Hof van Beroep en het salaris van een advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie.

In de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009070 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen sluiten werd de salarisaanvulling niet geïndexeerd. Niemand zal ontkennen dat de aantrekkelijkheid van een toeslag van 15 000 euro in 2021 helemaal niet dezelfde is als in 2010 en dat een indexering dus niet meer dan logisch is. Bovendien komt hiermee de uiteindelijke doelstelling van de salarisaanvulling in het gevaar, namelijk ervoor zorgen dat de kansspelsector geen invloed kan uitoefenen op de voorzitter.

Daar de huidige voorzitster van de kansspelcommissie op 1 april 2020 bij koninklijk besluit van 19 maart 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2020 pub. 02/04/2020 numac 2020201173 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 2013 tot uitvoering van artikel 337/2, § 3, van de programmawet van 27 december 2006 wat betreft de aard van de arbeidsrelatie tussen een bewakingsagent bedoeld bij de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en zijn medecontractant (1) type koninklijk besluit prom. 19/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020030357 bron federale raad voor duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende vervanging van leden van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling type koninklijk besluit prom. 19/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020030356 bron federale raad voor duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende vervanging van een lid van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling sluiten werd benoemd, is de salarisaanvulling onderworpen aan het indexeringsregime dat gekoppeld is aan het op die datum geldende spilindexcijfer, namelijk 107,20 » (Parl. St., Kamer, 2020-2021, DOC 55-2175/001, pp. 38-39).

Ten gronde B.2. De verzoekende partij leidt een enig middel af uit de schending, door de bestreden bepaling, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 16 van de Grondwet en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. De grief heeft betrekking op de spilindex waaraan de indexering is verbonden van de jaarlijkse weddetoelage van 15 000 euro die zij geniet als voorzitster van de Kansspelcommissie. Die spilindex is de index die van kracht was op 1 april 2020, namelijk 107,20. De verzoekende partij is van mening dat die keuze een onverantwoord verschil in behandeling doet ontstaan ten opzichte van het indexeringsstelsel dat van toepassing is op het openbaar ambt in het algemeen en op de magistraten in het bijzonder. De spilindex die op hen van toepassing is, is de index die van kracht was op 1 januari 1990, namelijk 138,10. Daarnaast is zij van mening dat dat verschil in behandeling een onverantwoorde aantasting van haar eigendom inhoudt.

B.3.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is.

Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.

B.3.2. Het bepalen van de wedden, toelagen en aanvullende premies in het openbaar ambt, alsook het vaststellen van een mechanisme voor de loonindexering vallen onder het socio-economisch beleid van de overheid. De wetgever beschikt ter zake over een ruime beoordelingsbevoegdheid en het Hof kan de maatregelen die daarop betrekking hebben, alleen afkeuren indien zij op een kennelijk onredelijke beoordeling berusten.

Er bestaat geen enkele algemene grondwettelijke verplichting om de bezoldigingen te indexeren, ook niet wat betreft de aanvullende jaarlijkse weddetoelagen. Echter, wanneer de wetgever voorziet in een mechanisme om de bezoldigingen aan te passen, mag hij dat niet doen op een wijze die leidt tot een onverantwoord verschil in behandeling of tot een onevenredige beperking van het eigendomsrecht van de betrokkenen.

B.4. Uit de in B.1.3 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever die vaststelde dat het bedrag van de jaarlijkse weddetoelage niet langer adequaat was op het ogenblik van de debatten, namelijk in 2021, dat bedrag wilde indexeren. Teneinde die nieuwe indexering op de meest gepaste wijze toe te passen op de situatie van de huidige voorzitster van de Kansspelcommissie sinds zijn benoeming, is beslist de datum van die eerste indexering vast te stellen op 1 april 2020. Dat criterium is objectief.

B.5. De verhoging van de jaarlijkse weddetoelage door de indexering, verhoging die de verzoekende partij te gering acht, vloeit niet rechtstreeks voort uit de waarde van de spilindex, maar uit de in de bestreden bepaling vastgestelde datum voor de eerste indexering van dat bedrag, dat voorheen niet-geïndexeerd werd. In werkelijkheid beoogt de verzoekende partij niet de geleidelijke aanpassing van haar jaarlijkse weddetoelage aan de levensduurte, daar die toelage zoals de andere bezoldigingen van het openbaar ambt in de toekomst zal worden geïndexeerd, maar zij bekritiseert de ontstentenis van een herwaardering van die toelage voor het verleden, die voortvloeit uit het feit dat de eerste indexeringsrang van de jaarlijkse weddetoelage is vastgesteld op 1 april 2020.

B.6.1. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009070 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen sluiten, aangehaald in B.1.2, blijkt dat de oorspronkelijke niet-indexering van de jaarlijkse weddetoelage niet werd geacht de nagestreefde doelen te belemmeren, namelijk het ambt aantrekkelijker maken en beletten dat de kansspelsector de voorzitter tracht te beïnvloeden.

B.6.2. Gelet op zijn ruime beoordelingsvrijheid ter zake, vermocht de wetgever van 2021 op zijn beurt te stellen dat de aan de voorzitter van de Kansspelcommissie toegekende niet-geïndexeerde weddetoelage van 15 000 euro toegekend op zich voldoende aantrekkelijk was gebleven gedurende de periode van negen jaar en drie maanden sinds de inwerkingtreding van de jaarlijkse weddetoelage. Bijgevolg is het niet onredelijk dat de wetgever ervoor kiest dat bedrag aan te passen vanaf de datum van de benoeming van de huidige voorzitster van de Kansspelcommissie, zonder daarom over te gaan tot een herwaardering van die toelage voor het verleden.

B.7. De keuze om de jaarlijkse weddetoelage van de voorzitter van de Kansspelcommissie niet te herwaarderen voor het verleden, heeft overigens geen onevenredige gevolgen. De verzoekende partij heeft immers geen vermindering van haar algemene bezoldiging gekend in vergelijking met die welke op het ogenblik van haar benoeming gold. De jaarlijkse weddetoelage vormt overigens een aanvulling op de bezoldiging die, met toepassing van artikel 10, § 3, vijfde lid, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten, bovenop haar wedde van magistraat en de daaraan verbonden verhogingen en voordelen komt, waarop de bestreden wet geen betrekking heeft.

B.8. Het Hof moet voorts nagaan of de bestreden bepaling geen onevenredige beperking inhoudt van het recht van de verzoekende partij in het licht van artikel 16 van de Grondwet en van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

B.9.1. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt : « Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling ».

B.9.2. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht.

De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ».

B.9.3. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens biedt niet alleen bescherming tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van de eigendom (eerste alinea, eerste zin) en tegen elke regeling van het gebruik van de eigendom (tweede alinea).

Dat artikel doet geen afbreuk aan het recht dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk acht om toezicht uit te oefenen op het gebruik van de eigendom in overeenstemming met het algemeen belang.

De inmenging in het recht op het ongestoord genot van de eigendom is enkel verenigbaar met dat recht indien ze een redelijk verband van evenredigheid heeft met het nagestreefde doel, dit wil zeggen indien ze het billijke evenwicht tussen de vereisten van het algemeen belang en die van de bescherming van dat recht niet verbreekt. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is eveneens van oordeel dat de lidstaten ter zake over een grote appreciatiemarge beschikken (EHRM, 2 juli 2013, R.Sz. t. Hongarije, ECLI:CE:ECHR:2013:0702JUD004183811, § 38).

B.10. Aangezien artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens een draagwijdte heeft die analoog is met die van artikel 16 van de Grondwet, vormen de erin vervatte waarborgen een onlosmakelijk geheel met die welke zijn opgenomen in artikel 16 van de Grondwet, zodat het Hof, bij zijn toetsing van de bestreden bepaling, ermee rekening houdt.

B.11.1. De bezoldigingen van de magistraten worden beschermd door artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EHRM, 15 oktober 2013, Savickas t.

Litouwen, ECLI:CE:ECHR: 2013:1015DEC006636509, § 91).

B.11.2. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens houdt geen recht in om eigendom te verwerven (EHRM, 13 juni 1979, Marckx t. België, ECLI:CE:ECHR:1979:0613JUD000683374, § 50). Weliswaar kunnen in bepaalde omstandigheden gefundeerde verwachtingen met betrekking tot de verwezenlijking van toekomstige eigendomstitels onder de bescherming van de voormelde verdragsbepaling vallen. Dat veronderstelt evenwel dat er sprake is van een rechtens afdwingbare titel en dat een voldoende basis bestaat in het nationaal recht alvorens een rechtsonderhorige zich op een legitieme verwachting kan beroepen. De loutere hoop om het genot van eigendom te verkrijgen, maakt geen dergelijke legitieme verwachting uit (EHRM, 28 september 2004, Kopecky t. Slovakije, ECLI:CE:ECHR:2004:0928JUD004491298, § 35).

B.12.1. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij aanvoert, kan de loutere hoop dat haar jaarlijkse weddetoelage wordt geherwaardeerd voor de periode die voorafgaat aan 1 april 2020, niet worden beschouwd als een legitieme verwachting in de zin van de voormelde rechtspraak.

B.12.2. Er is derhalve geen inmenging in het recht op het ongestoord genot van eigendom van de verzoekende partij.

B.13. Het enige middel is niet gegrond.

Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.

Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 27 april 2023.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, P. Nihoul

^