Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 05 mei 2023

Uittreksel uit arrest nr. 41/2023 van 9 maart 2023 Rolnummer 7804 In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22 oktober 2021 « tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechter(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023201578
pub.
05/05/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 41/2023 van 9 maart 2023 Rolnummer 7804 In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22 oktober 2021 « tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft » en tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 2, 4°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 maart 2022 « tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten », ingesteld door Marguerite Weemaes en Luc Lamine.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters T. Giet, J. Moerman, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 mei 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 mei 2022, is beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22 oktober 2021 « tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 19 november 2021) en tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 2, 4°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 maart 2022 « tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 maart 2022) ingesteld door Marguerite Weemaes en Luc Lamine. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de gehele of gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22 oktober 2021 " tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft » (hierna : het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten), evenals de gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 2, 4°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 maart 2022 « tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten » (hierna : het decreet van 18 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/03/2022 pub. 30/03/2022 numac 2022031329 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 sluiten).

B.1.2. Artikel 3 van het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten voegt in het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 « houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid » (hierna : het Energiedecreet), onder titel XI (« Energieprestaties van gebouwen »), een artikel 11.1/1.3 in, dat een verbod invoert op, enerzijds, het plaatsen van een stookolieketel in zowel residentiële als niet-residentiële gebouwen waarvoor de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen met betrekking tot nieuwbouw of ingrijpende energetische renovatie vanaf 1 januari 2022 wordt aangevraagd en, anderzijds, op de vervanging, vanaf diezelfde datum, in bestaande gebouwen van een stookolieketel door een stookolieketel, van een ketellichaam door een ketellichaam of van een andere verwarmingstechnologie dan een stookolieketel door een stookolieketel, tenzij er geen aardgasnet in de straat beschikbaar is.

Artikel 1.1.3, 114°/1, van het Energiedecreet, zoals ingevoegd bij artikel 2, 3°, van het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, omschrijft het begrip « stookolieketel » als « het geheel van ketellichaam en brander dat de verbrandingswarmte uit de verbranding van stookolie op het water moet overbrengen, ter voorziening van ruimteverwarming of sanitair warm water ». Artikel 1.1.3, 74°/0, van het Energiedecreet, zoals ingevoegd bij artikel 2, 2°, van het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, omschrijft het begrip « ketellichaam » als « het geheel van onderdelen van een stookolieketel die niet instaan voor de verbranding van de brandstof maar wel voor de overdracht van de verbrandingswarmte naar water ». Het betreft « het meest robuuste onderdeel » van de stookolieketel (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 813/7, p. 6).

Het bestreden verbod heeft dus geen betrekking op de vervanging van de brander (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 813/5, p. 2).

De uitbreiding van het verbod tot de vervanging van een « ketellichaam » door een ander « ketellichaam » kwam er ingevolge een amendement, dat als volgt werd verantwoord : « Bij een stookolieketel is het immers meestal de brander die na ongeveer 15 jaar aan vervanging toe is. Het veel grotere ketellichaam heeft echter een levensduur van zelfs 30 tot 50 jaar. Als men ook zou toelaten dat een ketellichaam nog wordt vervangen dan creëert men zodoende opnieuw voor een lange tijd een lock-ineffect. Te meer daar in veel gevallen dat gietijzeren of plaatstalen ketellichaam voor verwijdering moet worden ontmanteld, en dat dat zodoende een ideaal moment is om de keuze van het verwarmingssysteem te heroverwegen.

Daarom wordt ook voorgesteld om bij bestaande gebouwen ook de vervanging van het ketellichaam te verbieden » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 813/5, p. 3).

B.1.3. Artikel 4 van het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, dat in het Energiedecreet een artikel 11.1/1.4 invoegt, legt de installateurs van stookolieketels de verplichting op om per kwartaal aan het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (hierna : het VEKA) een lijst te bezorgen met adressen van de residentiële en niet-residentiële gebouwen waarin ze gedurende het vorige kwartaal een of meer stookolieketels of ketellichamen hebben geïnstalleerd of vervangen.

B.1.4. De artikelen 5 en 6 van het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten voorzien in een door het VEKA bij te houden databank voor energiegebruik en energieproductie waarvan de doelstellingen worden geregeld, evenals de toegang tot de gegevens en de bewaartermijn ervan.

B.1.5. Ten slotte voorzien de artikelen 7 en 8 van het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten in een administratieve sanctie als het VEKA vaststelt dat er in een residentieel of niet-residentieel gebouw een stookolieketel of een ketellichaam is geplaatst of vervangen in strijd met het in artikel 11.1/1.3 van het Energiedecreet opgenomen verbod. De sanctie bestaat in een administratieve geldboete van 3 000 euro, vermeerderd met 2 000 euro per gebouweenheid in het gebouw, en wordt opgelegd aan de aangifteplichtige, in geval van een nieuwbouw of ingrijpende energetische renovatie, en aan de eigenaar of houder van een zakelijk recht, wanneer het een bestaand gebouw betreft.

B.1.6. Artikel 2, 4°, van het decreet van 18 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/03/2022 pub. 30/03/2022 numac 2022031329 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 sluiten voegt in artikel 1.1.3 van het Energiedecreet een punt 92°/1/0/1 in, waarin het begrip « niet-residentieel gebouw » wordt omschreven als volgt : « een gebouw met een niet-residentiële hoofdbestemming, met uitzondering van : a) alleenstaande gebouwen met een totale bruikbare vloeroppervlakte van minder dan 50 m2;b) tijdelijke gebouwen die in principe niet langer dan twee jaar worden gebruikt;c) gebouwen die worden gebruikt voor erediensten en religieuze activiteiten;d) industriële gebouwen;e) werkplaatsen;f) opslagplaatsen voor niet-industrieel gebruik;g) gebouwen van een landbouwgebouw die niet voor bewoning bestemd zijn ». B.2.1. De parlementaire voorbereiding van het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten licht het in artikel 3 van dat decreet opgenomen verbod als volgt toe : « De Vlaamse Regering kan in het kader van haar beleid over het rationeel energiegebruik en de bevordering van de energieprestaties van gebouwen, het gebruik van bepaalde verwarmingsinstallaties, technische installaties en technische bouwsystemen verbieden of voorwaarden opleggen voor het gebruik ervan. Die bepaling is opgenomen in artikel 11.1/1.1 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, dat recent werd ingevoegd bij het decreet van 30 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/10/2020 pub. 25/11/2020 numac 2020016178 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 sluiten.

Met dit voorstel van decreet worden strikte voorwaarden voor stookolieketels decretaal ingeschreven, waardoor het gebruik ervan streng gereglementeerd wordt. Die lex specialis houdt in dat de Vlaamse Regering met toepassing van het voormelde artikel 11.1/1.1 geen afwijkende bepalingen kan invoeren over die materie, die door de decreetgever al is geregeld. Het Vlaamse Gewest zet op die manier in op de verduurzaming van gebouwen. In zowel residentiële als niet-residentiële gebouwen waarvoor de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen met betrekking tot nieuwbouw of de ingrijpende energetische renovatie (IER) wordt aangevraagd vanaf 1 januari 2022, zal het daardoor verboden zijn om nog een stookolieketel te plaatsen of die te vervangen. Ook in bestaande gebouwen zal het - ook als er niet-vergunningsplichtige werkzaamheden worden uitgevoerd - vanaf die datum niet langer mogelijk zijn om een stookolieketel door een andere stookolieketel te vervangen, tenzij er geen aardgasnet in de straat aanwezig is.

Het ontworpen artikel 11.1/1.3 voert daarmee het Vlaamse regeerakkoord 2019-2024 uit, enerzijds voor nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties (IER), en anderzijds voor bestaande gebouwen. In het regeerakkoord zijn immers de volgende bepalingen over stookolieketels opgenomen : - ' Wanneer er een aardgasnet in de straat ligt, mag vanaf 2021 een bestaande stookolieketel niet meer vervangen worden. De eigenaars worden over alle mogelijke alternatieven geïnformeerd. ' - ' Vanaf 2021 kunnen daarom geen stookolieketels meer geplaatst worden bij nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties en kan een aardgasaansluiting bij nieuwe grote verkavelingen en grote appartementsgebouwen enkel nog voor collectieve verwarming via warmtekrachtkoppeling of in combinatie met een hernieuwbaar energiesysteem als hoofdverwarming. ' [...] In het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) werd echter bepaald : ' Vanaf 2021 voeren we een verbod in op stookolieketels bij nieuwbouw en ingrijpende energetische renovatie (IER). Bestaande stookolieketels mogen niet meer worden vervangen door andere stookolieketels indien er in de straat mogelijkheid is om aan te sluiten op een aardgasnet, tenzij wordt aangetoond dat de stookolieketels even performant zijn als de nieuwste aardgascondensatieketels. ' Op die problematiek wordt hieronder dieper ingegaan.

Dat die verwarmingstechnologie voor nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties niet alleen minder energie-efficiënt en milieuvriendelijk is, maar ook achterhaald is, blijkt ook uit de onderstaande statistische gegevens die zijn afgeleid uit de ingediende EPB-aangiften (EPB : energieprestatie en binnenklimaat). [...] Ook het plaatsen of het vervangen van een stookolieketel door een andere stookolieketel wordt vanaf 2022 in bestaande gebouwen niet langer toegestaan. De enige uitzondering daarop is als er geen aardgasnet in de straat aanwezig is. Met het vervangen van een stookolieketel wordt overigens alleen het vervangen van de volledige installatie bedoeld, en niet de vervanging van individuele onderdelen van een bestaande verwarmingsinstallatie, zoals de brander. [...] C.2.b. De maatregel zoals die in het Vlaams Energie- en Klimaatplan geformuleerd wordt De maatregel zoals die in het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) geformuleerd wordt, is echter wel problematisch in het licht van artikel 6 van de kaderrichtlijn over ecodesign en verordening 813/2013/EU. In die formulering zou de vervanging van een bestaande stookolieketel door een andere terwijl er in de straat mogelijkheid is om aan te sluiten op een aardgasnet, wel toegestaan zijn als ' wordt aangetoond dat de stookolieketels even performant zijn als de nieuwste aardgascondensatieketels '. Of het al dan niet toegestaan is om een vervangende stookolieketel te installeren hangt in dat scenario dus af van een performantietoets.

Die performantietoets zal (minstens) betrekking hebben op de energie-efficiëntie. Bijlage II bij verordening 813/2013/EU stelt echter al eisen voor seizoensgebonden energie-efficiëntie en energie-efficiëntie van waterverwarming. Als het Vlaamse Gewest de toelaatbaarheid van de vervanging van een stookolieketel door een andere stookolieketel afhankelijk stelt van een bijkomende energie-efficiëntietoets, dan zal dat gekwalificeerd worden als een met artikel 6, lid 1, van de kaderrichtlijn over ecodesign strijdig voorschrift inzake ecologisch ontwerp dat verband houdt met parameters die al door verordening 813/2013/EU worden bestreken, tenzij er sprake mocht zijn van een 'eis voor energieprestaties ' van gebouwen of gebouwunits of een ' systeemeis ' conform artikel 4, lid 1, c.q. artikel 8 van de EPB-richtlijn. Dat laatste is echter niet het geval : de voorwaarde dat een stookolieketel even performant moet zijn als de nieuwste aardgascondensatieketels is immers geen systeemeis, maar wel een voorschrift inzake ecologisch ontwerp.

De maatregel zoals die in het VEKP geformuleerd wordt, is om die reden in strijd met artikel 6 van de kaderrichtlijn over ecodesign en met verordening 813/2013/EU. Om de bovengenoemde redenen kan de maatregel alleen doorgang vinden in de vorm die in het Vlaamse regeerakkoord is bepaald " (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 813/1, pp. 2, 5-6 en 10-11).

De bovenvermelde beweegredenen komen ook voor in de verantwoording voor de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest om het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten aan te nemen : « Dit voorstel van decreet past op het vlak van het stookolieverbod immers volledig in de materiële bevoegdheid van het gewest met betrekking tot energie-efficiëntie en de bescherming van het leefmilieu. Dergelijke verwarmingsinstallaties op stookolie zijn immers niet energie-efficiënt en milieuvriendelijk genoeg om nog een plaats te hebben in de lopende energietransitie. Stookolieketels hebben door de verbranding van stookolie immers een grotere impact op de emissies en de luchtkwaliteit. De CO2-emissiefactor (kton CO2/PJ) voor stookolie is bijvoorbeeld ongeveer 32 procent hoger dan die van aardgas, en 15 à 18 procent hoger dan propaan- en butaangas. Ook is de NOx-uitstoot van een nieuwe stookolieketel ongeveer 45 procent hoger dan bijvoorbeeld de uitstoot van een nieuwe aardgasketel.

In 2019 had stookolie een aandeel van 35 procent in de broeikasgasemissies van de gebouwensector (zowel bij residentiële als niet-residentiële gebouwen) en een aandeel van 10 procent in de totale niet-ETS-broeikasgasemissies in Vlaanderen (ETS : emissions trading system). Een uitfasering van stookolieketels kan dus een aanzienlijke bijdrage leveren tot de Vlaamse niet-ETS-reductiedoelstelling op korte (2030) en lange (2050) termijn.Bij een overschakeling naar aardgas kan alleen al door de lagere CO2-emissiefactor een impact van 32 procent verwacht worden. Bij overschakeling naar niet-fossiele verwarmingsinstallaties bedraagt de CO2-reductie 100 procent.

Ook de bodemkwaliteit wordt door de maatregel positief beïnvloed doordat het gebruik van dergelijke installaties een hoger risico op bodemverontreiniging inhoudt, bijvoorbeeld door gemorste stookolie bij de levering of de vervuiling door lekkende stookolietanks. Het feit dat de maatregel niet alleen een gevolg heeft voor energie-efficiëntie en de uitstoot van broeikasgassen, maar ook de kwaliteit van de bodem bevordert, is een beoogd doel. De maatregel heeft dus gevolgen die niet gelden voor andere types van verwarmingsinstallaties : maatregelen daarvoor hebben immers niet dat specifieke milieueffect, zodat er geen sprake kan zijn van een vergelijkbare toestand.

Het gebruik van dergelijke nieuwe stookolietoestellen past dan ook minder in de energietransitie naar een koolstofarme samenleving. Een andersluidende studie, die de stookoliesector (Informazout) zelf heeft besteld, kan niet als wetenschappelijk correct beschouwd worden. Op vraag van minister Zuhal Demir heeft een derde partij (Energyville en het klimaatpanel) die studie aan een peerreview onderworpen. De peerreview besluit dat het rapport van Informazout een erg hypothetische trend, een volledige shift van klassieke stookolie- naar gasverwarming, en dat op relatief korte termijn (tegen 2030), in detail analyseert met een LCA-methode, waarbij de onderzoekers door diverse eenzijdige aannames in het nadeel van aardgas, trachten aan te tonen dat stookolie op termijn een beperktere klimaatimpact kan hebben. Als gevolg van methodologische problemen en subjectieve keuzes besluit de peerreview dat er echter niet kan worden gesteld dat dit aan de orde is. De werkhypothese van de sector - dat aardgas slechter is dan stookolie - is dan ook niet aangetoond of geloofwaardig, maar is methodologisch problematisch en lijkt dan ook alleen een veeleer tendentieuze en protectionistische reflex weer te geven » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 813/1, pp. 3-4).

B.2.2. Uit de hiervoor weergegeven toelichting blijkt dat het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten past binnen de « Vlaamse niet-ETS-reductiedoelstelling op korte (2030) en lange (2050) termijn ». Het betreft de doelstelling die door de Europese Unie aan de lidstaten is opgelegd voor de zogenaamde niet-ETS-sectoren, dit zijn de sectoren die niet onder het Europees Systeem van Verhandelbare Emissierechten vallen. Het betreft voornamelijk de gebouwen-, transport-, landbouw- en afvalsector. Die doelstelling op korte termijn, die is vastgelegd in de verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 « betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 » en die door het Vlaamse Gewest in zijn Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) werd overgenomen, houdt in dat België tegen 2030 zijn broeikasgasemissies dient te reduceren met 35 % ten opzichte van 2005. Op lange termijn wordt gestreefd naar een vermindering van de broeikasgasemissies in 2050 met 80 tot 95 % in vergelijking met de niveaus van 1990.

De zogenaamde « Europese klimaatwet » (verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 « tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 ») voorziet voor de Europese Unie in scherpere doelstellingen, die neerkomen op een vermindering binnen de Europese Unie van nettobroeikasgasemissies (emissies na aftrek van verwijderingen) van ten minste 55 % in 2030 ten opzichte van de niveaus van 1990 en in een volledige klimaatneutraliteit in 2050. In het licht van die gewijzigde doelstellingen publiceerde de Europese Commissie op 14 juli 2021 haar « Fit for 55 »-pakket, waarin voorgesteld wordt om de Belgische nationale doelstelling aan te scherpen tot 47 % tegen 2030 ten opzichte van 2005.

B.2.3. Wat het Vlaamse Gewest betreft, sluit het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten aan bij andere recente decreten die, teneinde de Vlaamse niet-ETS-reductiedoelstelling tegen 2030 en 2050 te behalen, ook de uitstoot van broeikasgassen ten gevolge van het gebruik van aardgas beogen te verminderen.

Een eerste stap hierin werd gezet bij artikel 12 van het decreet van 30 oktober 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/10/2020 pub. 25/11/2020 numac 2020016178 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 sluiten « tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten ». Ingevolge die wijziging bepaalt artikel 4.1.16/1 van het Energiedecreet dat bij nieuwe grote verkavelingen, grote groepswoningbouwprojecten of grote appartementsgebouwen, waarvan de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor stedenbouwkundige handelingen vanaf 1 januari 2021 is aangevraagd, alleen nog mag worden voorzien in een aansluiting op het aardgasdistributienet in geval van collectieve verwarming via warmtekrachtkoppeling of in combinatie met een hernieuwbare-energiesysteem als hoofdverwarming.

Artikel 6 van het decreet van 18 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/03/2022 pub. 30/03/2022 numac 2022031329 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 sluiten vormt de tweede fase. Dat artikel voegt in het Energiedecreet een artikel 4.1.16/2 in, dat bepaalt dat aardgasdistributienetbeheerders voor residentiële gebouwen en niet-residentiële gebouwen waarvoor vanaf 1 januari 2026 een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangaande nieuwbouw wordt aangevraagd, niet meer in een aansluiting op het aardgasdistributienet mogen voorzien. Bij het decreet van 17 juni 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/06/2022 pub. 28/06/2022 numac 2022032576 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van artikel 4.1.16/2 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 sluiten « tot wijziging van artikel 4.1.16/2 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten » werd de datum voor het aardgasaansluitingsverbod bij nieuwbouw vervroegd naar 1 januari 2025.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid B.3. De Vlaamse Regering betwist het belang van de verzoekende partijen, omdat zij niet aantonen dat zij worden geraakt door het verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel.

B.4. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.

B.5. De verzoekende partijen motiveren hun belang door erop te wijzen dat zij hun woning verwarmen met een stookolieketel en dat hun woning niet aansluitbaar is op het aardgasnet, niettegenstaande er een aardgasleiding in de straat beschikbaar is. Zij zetten daarbij uiteen dat die aardgasleiding zich, ten opzichte van hun woning, bevindt aan de overzijde van de straat. Uit het feit dat er een aardgasleiding beschikbaar is in de straat, leiden zij af dat de uitzondering op het verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel niet op hen van toepassing is, daar die uitzondering enkel geldt « als er geen aardgasnet in de straat beschikbaar is ». Zij menen aldus dat zij rechtstreeks en ongunstig worden geraakt door de bestreden bepalingen, daar die bepalingen hun zouden verbieden hun stookolieketel te vervangen.

B.6.1. Volgens artikel 11.1/1.3, tweede lid, van het Energiedecreet, zoals ingevoegd door artikel 3 van het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2021 pub. 19/11/2021 numac 2021022409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft type decreet prom. 22/10/2021 pub. 01/12/2021 numac 2021022400 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 17 juni 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur sluiten, is het verbod op de plaatsing en vervanging van een stookolieketel in bestaande gebouwen niet van toepassing « als er geen aardgasnet in de straat beschikbaar is ».

B.6.2. Met betrekking tot de in die bepaling vervatte woorden « als er geen aardgasnet in de straat beschikbaar is », heeft het Hof bij zijn arrest nr. 147/2022 van 10 november 2022 (ECLI:BE:GHCC:2022:ARR.147) geoordeeld : « B.34.3. Anders dan door de verzoekende partij in de zaak nr. 7726 wordt aangevoerd, is bovendien op een objectieve en rechtszekere wijze bepaald in welke gevallen een woning kan worden aangesloten op een aardgasleiding, zelfs in de situatie waarin het aardgasdistributienet zich aan de overkant van de straat bevindt.

Door in een uitzondering op de verbodsmaatregel te voorzien wanneer ' er geen aardgasnet in de straat beschikbaar is ' verwijst het bestreden decreet naar de artikelen 1.1.3, 4.1.13 en 4.1.15 van het Energiedecreet, die de gevallen omschrijven waarin een woning moet of kan worden aangesloten op een aardgasnet.

Artikel 1.1.3 van het Energiedecreet bepaalt : ' In dit decreet wordt verstaan onder : [...] 3° aansluitbare wooneenheid of gebouw : wooneenheid die of gebouw dat nog niet aangesloten is op het aardgasdistributienet, en waarbij aan één van de volgende voorwaarden is voldaan : a) er is een lagedrukleiding aanwezig langs de openbare weg aan dezelfde kant van de weg en ter hoogte van de wooneenheid of het gebouw;b) de wooneenheid of het gebouw is niet gelegen in een gebied dat bestemd is voor bewoning en er is een lagedrukleiding aanwezig langs de openbare weg ter hoogte van de wooneenheid of het gebouw, al of niet aan dezelfde kant van de wooneenheid of het gebouw c) een middendrukleiding, categorie A of B, is aanwezig langs de openbare weg ter hoogte van de wooneenheid of het gebouw en deze leiding is specifiek aangelegd voor het aansluiten van respectievelijk wooneenheden of gebouwen; [...] '.

Artikel 4.1.13 van het Energiedecreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 18 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/03/2022 pub. 30/03/2022 numac 2022031329 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 sluiten ' tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten ', bepaalt : ' § 1. De aardgasdistributienetbeheerder mag voor de aansluiting van een aansluitbare wooneenheid of gebouw op het aardgasdistributienet in de gebieden in het geografische gebied waarvoor hij werd aangewezen, een maximale prijs aanrekenen van 250 euro als cumulatief aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° de aardgasleiding langs de openbare weg waar de aansluitbare wooneenheid of het aansluitbare gebouw gelegen is, heeft voldoende capaciteit;2° er is maximaal 20 meter afstand tussen de aardgasleiding en het toekomstige afnamepunt;3° de gevraagde capaciteit van de aansluiting is lager dan of gelijk aan 10 m3(n) per uur;4° de gevraagde leveringsdruk is gelijk aan 21 of 25 mbar. § 2. Als de aardgasdistributienetbeheerder om technische of economische redenen toch beslist om een niet-aansluitbare wooneenheid of gebouw gelegen in een gebied bestemd voor bewoning via een onderboring aan te sluiten op een aardgasleiding aan de overkant van de straat, mag hij in het geografische gebied waarvoor hij werd aangewezen, voor de aansluiting een maximale prijs aanrekenen van 250 euro als cumulatief aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° de aardgasleiding langs de openbare weg waar het niet-aansluitbare wooneenheid of het niet-aansluitbare gebouw gelegen is, heeft voldoende capaciteit;2° er is maximaal 20 meter afstand tussen de aardgasleiding en het toekomstige afnamepunt;3° de gevraagde capaciteit van de aansluiting is lager dan of gelijk aan 10 m3(n) per uur;4° de gevraagde leveringsdruk is gelijk aan 21 of 25 mbar '. Artikel 4.1.15 van het Energiedecreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2017 pub. 10/04/2017 numac 2017020312 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de aansluitbaarheid op een aardgasdistributienet en tot bevestiging van de continuïteit van de sanctionering van de energieprestatieregelgeving type decreet prom. 10/03/2017 pub. 13/04/2017 numac 2017020336 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water en van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de invoering van een regulerend kader voor warmte- of koudenetten type decreet prom. 10/03/2017 pub. 31/03/2017 numac 2017011434 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft sluiten ' tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wat betreft de aansluitbaarheid op een aardgasdistributienet en tot bevestiging van de continuïteit van de sanctionering van de energieprestatieregelgeving ', bepaalt : ' Elke aardgasdistributienetbeheerder is ertoe gehouden om elke afnemer die aardgas koopt voor eigen huishoudelijk gebruik en niet voor commerciële of professionele activiteiten overeenkomstig de regels van het toepasselijke technisch reglement aan te sluiten op het aardgasdistributienet als hij daartoe verzocht wordt, op voorwaarde dat : a) de aanvrager bij nieuwbouw een geldige omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan voorleggen;b) een bestaande wooneenheid of een bestaand gebouw hoofdzakelijk vergund is of geacht wordt vergund te zijn '. Uit die bepalingen van het Energiedecreet volgt dat het aan de aardgasdistributienetbeheerder toekomt om, op grond van technische of economische redenen, en op grond van de objectieve criteria die in die bepalingen zijn opgenomen, te onderzoeken of een woning die, zoals die van de verzoekende partij in de zaak nr. 7726, zich aan de overkant van het aardgasdistributienet bevindt, kan worden aangesloten. In de memorie van toelichting bij het voorstel van decreet dat tot het bestreden decreet heeft geleid, wordt in dat verband opgemerkt dat ' of een woning of woongebouw al dan niet aansluitbaar is op het aardgasdistributienet, [...] eenvoudig nagegaan [kan] worden via de website van Fluvius ' (Parl. St., Vlaams Parlement, 2020-2021, nr. 813/1, p. 16).

De door de verzoekende partij in de zaak nr. 7726 geformuleerde kritiek is dan ook niet gegrond, temeer daar het bestreden decreet de verzoeker toelaat om, wanneer de aardgasdistributienetbeheerder van oordeel is dat zijn woning niet kan worden aangesloten op een aardgasnet, zijn stookolieketel of het ketellichaam door een andere stookolieketel of een ander ketellichaam te vervangen. [...] ».

B.6.3. Daaruit blijkt dat de in artikel 11.1/1.3, tweede lid, van het Energiedecreet vervatte woorden « als er geen aardgasnet in de straat beschikbaar is » moeten worden gelezen in samenhang met de artikelen 1.1.3, 4.1.13 en 4.1.15 van dat decreet en dat het aan de aardgasdistributienetbeheerder toekomt om, op grond van technische of economische redenen en op grond van de objectieve criteria die in die bepalingen zijn opgenomen, te onderzoeken of een woning die zich aan de overkant van het aardgasdistributienet bevindt, kan worden aangesloten. Door in artikel 11.1/1.3, tweede lid, van het Energiedecreet het woord « beschikbaar » te gebruiken, heeft de decreetgever willen aangeven dat het in het kader van het toepassingsgebied van de uitzondering op het verbod op de plaatsing en vervanging van een stookolieketel op zich niet doorslaggevend is dat er in de straat een aardgasnet « aanwezig » is; doorslaggevend is het antwoord op de vraag of de desbetreffende woning kan worden aangesloten op het aardgasnet.

De website van de distributienetbeheerder Fluvius bevat daartoe een applicatie die toelaat na te gaan of een woning mogelijkerwijze in aanmerking komt om te worden aangesloten op het aardgasnet (https://www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen-aardgas/aansluitbaar-op-het-aardgasnet).

Bij die applicatie wordt uitdrukkelijk vermeld dat een aanvraag kan worden ingediend om Fluvius te laten onderzoeken of een woning of een perceel aansluitbaar is op het aardgasnet en dat die aanvraag kosteloos is voor residentiële klanten die een aardgasaansluiting willen met een capaciteit van maximaal 25 m3/h.

B.6.4. Daaruit volgt dat het verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel in een bestaand gebouw niet geldt wanneer de distributienetbeheerder, op aanvraag van de betrokkene, oordeelt dat de woning, op grond van technische of economische redenen en op grond van de objectieve criteria die in de voormelde bepalingen van het Energiedecreet zijn opgenomen, niet kan worden aangesloten op het aardgasnet, en dit ook wanneer er aan de overzijde van de straat een aardgasleiding aanwezig is.

B.7. In zoverre de woning van de verzoekende partijen niet aansluitbaar is op het aardgasnet, zoals zij in hun verzoekschrift zelf poneren, is het verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel niet op hen van toepassing en worden zij, in tegenstelling tot wat zij aanvoeren in het kader van de motivering van hun belang, niet rechtstreeks en ongunstig geraakt door de bestreden bepalingen.

B.8. Daar de verzoekende partijen niet doen blijken van het rechtens vereiste belang, is het beroep niet ontvankelijk.

Bijgevolg dient het beroep te worden verworpen en is er geen aanleiding om de door de verzoekende partijen gesuggereerde prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie en aan het Benelux-Gerechtshof.

Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.

Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 9 maart 2023.

De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux L. Lavrysen

^