gepubliceerd op 08 mei 2023
Uittreksel uit arrest nr. 151/2022 van 17 november 2022 Rolnummer 7714 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 201 10 , 201 11 en 201 12 van het Wetboek diverse rechten en taksen, gesteld door de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 151/2022 van 17 november 2022 Rolnummer 7714 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 20110, 20111 en 20112 van het Wetboek diverse rechten en taksen, gesteld door de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters T. Giet, J. Moerman, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 19 november 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 december 2021, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 201/10, 201/11 en 201/12 van het Wetboek Diverse Rechten en Taksen, in voorkomend geval aangepast of ingevoerd door de Wet van 3 augustus 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016003276 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van een nieuwe jaarlijkse taks op de kredietinstellingen in de plaats van de bestaande jaarlijkse taksen, van de aftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting en van de bijdrage voor de financiële stabiliteit type wet prom. 03/08/2016 pub. 07/04/2017 numac 2017040125 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een nieuwe jaarlijkse taks op de kredietinstellingen in de plaats van de bestaande jaarlijkse taksen, van de aftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting en van de bijdrage voor de financiële stabiliteit. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot invoering van een nieuwe Jaarlijkse Taks op de Kredietinstellingen, het gelijkheidsbeginsel voorzien in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, daar waar uit de parlementaire voorbereidingen duidelijk blijkt dat het de bedoeling is van de wetgever om financiële instellingen die optreden als dienstenverstrekker in de financiële sector (en die niet of slechts in heel beperkte mate klassieke bankenactiviteiten uitoefenen) niet te onderwerpen aan de Jaarlijkse Taks, maar waarbij daarentegen de vrijstelling voorzien in artikel 201/12/1 beperkt is tot kredietinstellingen die in België erkend zijn als ` vereffeningsinstelling en ' of ` met vereffeningsinstelling en gelijkgestelde instellingen ', terwijl een Belgisch bijkantoor van een in de E.U. gevestigde financiële instelling wél wordt onderworpen aan de jaarlijkse taks zonder in aanmerking te komen voor de vrijstelling, hoewel zij zowel in de feiten als op basis van haar erkenning (in casu in een andere EU-staat) en haar statuten ook louter optreedt als dienstenverstrekker in de financiële sector (en niet of slechts in heel beperkte mate klassieke bankenactiviteiten uitoefent) ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, van artikel 20112/1 van het Wetboek diverse rechten en taksen, zoals ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 3 augustus 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016003276 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van een nieuwe jaarlijkse taks op de kredietinstellingen in de plaats van de bestaande jaarlijkse taksen, van de aftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting en van de bijdrage voor de financiële stabiliteit type wet prom. 03/08/2016 pub. 07/04/2017 numac 2017040125 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een nieuwe jaarlijkse taks op de kredietinstellingen in de plaats van de bestaande jaarlijkse taksen, van de aftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting en van de bijdrage voor de financiële stabiliteit. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten » tot invoering van een nieuwe jaarlijkse taks op de kredietinstellingen in de plaats van de bestaande jaarlijkse taksen, van de aftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting en van de bijdrage voor de financiële stabiliteit » doordat een Belgisch bijkantoor van een in de Europese Unie gevestigde financiële instelling onderworpen wordt aan de jaarlijkse taks op de kredietinstellingen, zonder in aanmerking te komen voor de in die bepaling vervatte vrijstellingen.
B.2.1. Artikel 20112/1, van het Wetboek diverse rechten en taksen, zoals ingevoerd bij artikel 4 van de voormelde wet van 3 augustus 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016003276 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van een nieuwe jaarlijkse taks op de kredietinstellingen in de plaats van de bestaande jaarlijkse taksen, van de aftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting en van de bijdrage voor de financiële stabiliteit type wet prom. 03/08/2016 pub. 07/04/2017 numac 2017040125 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een nieuwe jaarlijkse taks op de kredietinstellingen in de plaats van de bestaande jaarlijkse taksen, van de aftrekbeperkende maatregelen in de vennootschapsbelasting en van de bijdrage voor de financiële stabiliteit. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten en vóór de wijziging ervan bij artikel 102 van de wet van 27 juni 2021 » houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten », bepaalt : « De jaarlijkse taks is niet van toepassing op de vennootschappen die door de Koning zijn erkend als centrale depositaris voor financiële instrumenten in de zin van het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, of die een vergunning hebben als met vereffeningsinstelling gelijkgestelde instelling overeenkomstig artikel 36/26, § 7, van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organieke statuut van de Nationale Bank van België ».
B.2.2. Artikel 36/26/1, § 6, van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten » tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België », vóór de wijziging ervan bij de wet van 20 juli 2022, bepaalt : « Voor de toepassing van deze paragraaf worden beschouwd als depositobanken de in België gevestigde kredietinstellingen waarvan het bedrijf uitsluitend bestaat in het verstrekken van diensten van bewaarneming van financiële instrumenten, het aanhouden van financiële-instrumentenrekeningen, de afwikkeling van financiële instrumenten en daarmee verband houdende niet-bancaire diensten, naast de activiteiten bedoeld in artikel 1, § 3, eerste lid, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, wanneer die activiteiten een nevendienst vormen van of verband houden met de voornoemde diensten.
De in het eerste lid bedoelde depositobanken dienen een vergunning te verkrijgen van de Bank, op advies van de FSMA. De Bank is belast met het prudentieel toezicht op die instellingen. Op advies van de Bank en de FSMA regelt de Koning inzonderheid, op zowel geconsolideerde als niet-geconsolideerde basis, de voorwaarden en de procedure voor de vergunningverlening aan en de handhaving van de vergunning van deze instellingen door de Bank, met inbegrip van de reikwijdte van het advies van de FSMA en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan door de personen die de effectieve leiding waarnemen, en de personen die een belangrijke deelneming bezitten.
De Bank kan een depositobank toestaan andere dan de in het eerste lid bedoelde diensten te verstrekken en bepaalt de voorwaarden waaronder die toestemming wordt verleend ».
B.2.3. Artikel 36 van het koninklijk besluit van 26 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/09/2005 pub. 11/10/2005 numac 2005003725 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen sluiten » houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen » bepaalt : « Hoofdstukken II tot V zijn van toepassing op met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen die zijn opgericht als bijkantoren in België van buitenlandse instellingen.
De in het eerste lid bedoelde instellingen dienen bovendien aan te tonen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° zij zijn in hun Staat van herkomst onderworpen aan een toezichtsregeling die door de FSMA toereikend wordt gevonden;2° de mogelijkheden tot informatie-uitwisseling tussen de FSMA en de bevoegde overheden of andere relevante instanties van de Staat onder wiens recht de instelling ressorteert, vormen geen beletsel voor een passend toezicht in de zin van dit besluit ». B.3. Uit voormelde bepalingen blijkt dat de verzoekende partij in het geding ten gronde wel degelijk in aanmerking komt voor de in artikel 20112/1 vermelde vrijstelling. Dit blijkt eveneens uit de memories van die partij, waarin zij uitdrukkelijk verklaart dat zij voldoet aan de voorwaarden om een vergunning als depositobank, en bijgevolg de daarop steunende vrijstelling, te verkrijgen. De prejudiciële vraag berust op een verkeerd uitgangspunt en behoeft bijgevolg geen antwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 17 november 2022.
De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux L. Lavrysen