Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 08 april 2020

Uittreksel uit arrest nr. 88/2019 van 28 mei 2019 Rolnummers 6931 en 6954 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 11 en 26 van de wet van 6 maart 2018 ter verbetering van de verkeersveiligheid Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. L(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019203960
pub.
08/04/2020
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 88/2019 van 28 mei 2019 Rolnummers 6931 en 6954 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 11 en 26 van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten ter verbetering van de verkeersveiligheid (wijzigingen van artikel 38 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968), ingesteld door O. V.D.E. en door J. D.A. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 23 mei 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 mei 2018, heeft O.V.D.E., bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. L. De Groote, advocaat bij de balie te Gent, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 11 en 26 van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten ter verbetering van de verkeersveiligheid (wijzigingen van artikel 38 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 2018.

Bij hetzelfde verzoekschrift vorderde de verzoekende partij eveneens de schorsing van dezelfde wetsbepalingen. Bij het arrest nr. 137/2018 van 11 oktober 2018, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 2019, heeft het Hof de vordering tot schorsing verworpen.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6931 van de rol van het Hof. b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 18 juni 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 juni 2018, heeft J.D.A., bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. G. Schouppe, advocaat bij de balie te Dendermonde, beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wetsartikelen.

Bij hetzelfde verzoekschrift vorderde de verzoekende partij eveneens de schorsing van dezelfde wetsbepalingen. Bij het arrest nr. 130/2018 van 4 oktober 2018, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 november 2018, heeft het Hof de vordering tot schorsing verworpen.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6954 van de rol van het Hof.

Bij beschikking van 17 oktober 2018 heeft het Hof de zaken samengevoegd.

De Ministerraad, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. E. Jacubowitz en Mr. A. Poppe, advocaten bij de balie te Brussel, heeft memories ingediend, de verzoekende partij in de zaak nr. 6931 heeft een memorie van antwoord ingediend en de Ministerraad heeft ook een memorie van wederantwoord ingediend.

Bij beschikking van 22 november 2018 heeft het Hof, na de rechters-verslaggevers R. Leysen en T. Giet te hebben gehoord, beslist : - dat de zaken niet in staat van wijzen zijn, - alle partijen uit te nodigen in een uiterlijk op 14 december 2018 in te dienen aanvullende memorie, waarvan zij een kopie laten toekomen aan de andere partijen binnen dezelfde termijn, een standpunt in te nemen over de weerslag voor de onderhavige beroepen, zowel wat betreft het belang van de verzoekende partijen als wat betreft de grond van de zaak, van de vervanging van het bestreden artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet door artikel 2 van de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten « tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft ».

De verzoekende partij in de zaak nr. 6931 en de Ministerraad hebben een aanvullende memorie ingediend. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen B.1. De verzoekende partijen in de zaken nrs. 6931 en 6954 vorderen de vernietiging van de artikelen 11 en 26 van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten ter verbetering van de verkeersveiligheid (hierna : de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten). Uit de verzoekschriften blijkt evenwel dat enkel artikel 11, 6°, en artikel 26, eerste lid, van de voormelde wet worden beoogd. Het Hof beperkt zijn onderzoek bijgevolg tot die bepalingen.

B.2.1. De wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten wijzigt onder meer de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 (hierna : de Wegverkeerswet). Ze bevat verscheidene maatregelen die tot doel hebben het aantal verkeersdoden te doen dalen. Een van die maatregelen is een strengere aanpak van recidive (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2868/001, pp. 3 en 5).

B.2.2. Artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet regelt de « gekruiste » recidive. Bij het herhaald plegen van zware verkeersovertredingen moet de rechter een verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig opleggen van minimum drie, zes of negen maanden naargelang er sprake is van een enkelvoudige, tweevoudige of drievoudige recidive. Tevens is de rechter verplicht om het herstel van het recht tot sturen altijd afhankelijk te maken van het slagen voor een theoretisch en een praktisch examen en voor een geneeskundig en een psychologisch onderzoek.

B.2.3. Vóór de wijziging bij artikel 11 van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten, bepaalde artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet : « Behoudens in geval van artikel 37/1, eerste lid, moet de rechter het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig van ten minste 3 maanden uitspreken, en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de schuldige, in de periode van 3 jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de overtredingen bedoeld in de artikelen 29, § 1, eerste lid, 29, § 3, derde lid, 30, §§ 1, 2 en 3, 33, §§ 1 en 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1, 48 en 62bis, opnieuw één van deze overtredingen begaat.

Wanneer de schuldige binnen 3 jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, twee van deze overtredingen opnieuw begaat, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste 6 maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid.

Wanneer de schuldige binnen 3 jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, drie of meer van deze overtredingen opnieuw begaat, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste 9 maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid ».

B.2.4. Artikel 11, 6°, van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten vervangt artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet, met ingang van 15 februari 2018, als volgt : « De rechter moet het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig van ten minste drie maanden uitspreken en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de schuldige, in de periode van drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één of meer van de overtredingen bedoeld in de artikelen 29, § 1, eerste lid, 29, § 3, derde lid, 30, §§ 1, 2 en 3, 33, §§ 1 en 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1, 48, 62bis of artikel 22 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen opnieuw wordt veroordeeld voor één van deze overtredingen.

Wanneer de schuldige binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis, waarin toepassing is gemaakt van het eerste lid, en dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, opnieuw veroordeeld wordt voor één of meer van deze overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste zes maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid.

Wanneer de schuldige binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis, waarin toepassing is gemaakt van het tweede lid, en dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, opnieuw veroordeeld wordt voor één of meer van deze overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste negen maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid ».

B.2.5. De parlementaire voorbereiding vermeldt met betrekking tot die wijziging : « Paragraaf 6 van artikel 38 handelt over de ' gekruiste ' recidive : het herhaald plegen van één van de zes zwaarste overtredingen (zonder dat dit steeds dezelfde overtreding moet zijn) wordt strenger bestraft. Aan dit lijstje van zes zwaarste overtredingen wordt een zevende toegevoegd, namelijk het rijden zonder gedekt te zijn door een burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering, zoals beteugeld in artikel 22 van de wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen. Anderzijds wordt de strengere bestraffing van recidive niet langer uitgesloten in geval de rechter toepassing maakt van artikel 37/1. In geval van alcoholrecidive is de rechter dus verplicht om de bepaling van artikel 37/1 en de bepaling van artikel 38, § 6, cumulatief toe te passen : een alcoholrecidivist zal eerst minstens drie maanden verval ondergaan en de vier herstelexamens moeten afleggen, om daarna - mits hij hersteld is in het recht tot sturen - minstens een jaar met een alcoholslot te rijden (of gedurende die periode geen motorvoertuig te besturen). De formulering van paragraaf 6 werd licht aangepast om interpretatieproblemen uit te sluiten; het principe van enkelvoudige recidive geldt in geval er een nieuwe veroordeling is binnen de drie jaar na een eerste definitieve veroordeling. Er is enkel sprake van dubbele recidive indien de rechter opnieuw veroordeelt nadat er reeds twee definitieve veroordelingen zijn. Voordat er sprake kan zijn van een trippele recidive zijn drie eerdere veroordelingen vereist. Het is dus niet het aantal nieuwe overtredingen dat in aanmerking moet worden genomen om het soort recidive te bepalen (enkelvoudig, dubbelvoudig, dan wel drievoudig), maar wel het aantal voorafgaande definitieve veroordelingen » (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2868/001, pp. 24-25).

B.2.6. Krachtens die regeling, waarop de beroepen tot vernietiging betrekking hebben, wordt niet langer het aantal nieuwe overtredingen in aanmerking genomen om de graad van recidive te bepalen, maar wel het aantal nieuwe veroordelingen.

B.2.7. De wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 2018. Met betrekking tot de inwerkingtreding bepaalt artikel 26 van die wet : « Deze wet treedt in werking op 15 februari 2018, met uitzondering van de artikelen 10, 14, 16 en 20, en artikel 25, 2°, die in werking treden op 1 juli 2018.

Artikel 37/1, § 1, van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, zoals vervangen bij artikel 10, geldt enkel voor de feiten gepleegd na de inwerkingtreding ervan ».

Met uitzondering van de artikelen 10, 14, 16, 20 en 25, 2°, die in werking zijn getreden op 1 juli 2018, heeft de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten derhalve terugwerkende kracht.

B.3.1. Bij artikel 2 van de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten « tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft » (hierna : de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten) werd artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet opnieuw vervangen als volgt : « De rechter moet het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig van ten minste drie maanden uitspreken en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de schuldige, na een veroordeling met toepassing van de artikelen 29, § 1, eerste lid, 29, § 3, derde lid, 30, §§ 1, 2 en 3, 33, §§ 1 en 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1, 48, 62bis of artikel 22 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, één van deze bepalingen binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, opnieuw overtreedt.

In geval van herhaling binnen drie jaar na een veroordeling waarin toepassing is gemaakt van het eerste lid, en die in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste zes maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid.

In geval van nieuwe herhaling binnen drie jaar na een veroordeling waarin toepassing is gemaakt van het tweede lid of dit lid, en die in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste negen maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid ».

B.3.2. De parlementaire voorbereiding vermeldt met betrekking tot die wijziging : « Paragraaf 6 van artikel 38 handelt over de ' gekruiste ' recidive : het herhaald plegen van de zwaarste overtredingen (zonder dat dit steeds dezelfde overtreding moet zijn) wordt strenger bestraft.

Artikel 38, § 6, gaf in de rechtsleer en de rechtspraak aanleiding tot tal van interpretatieproblemen, en daaraan wou de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten verhelpen, ondanks eerdere duidelijke rechtspraak van het Hof van Cassatie. Om toepassing te kunnen maken van artikel 38, § 6, WPW is het niet meer het aantal nieuwe overtredingen dat in aanmerking moet worden genomen, maar wel de eerdere definitieve veroordeling voor een van de verkeersmisdrijven opgenomen in artikel 38, § 6, WPW voor de toepassing van artikel 38, § 6, eerste lid, 1, WPW. Bij een of meerdere vroegere definitieve veroordelingen waarin toepassing werd gemaakt van artikel 38, § 6, zal dan toepassing worden gemaakt van artikel 38, § 6, eerste, tweede of derde lid WPW, al naargelang de concrete situatie.

Wat in de nieuwe wet echter onduidelijkheid veroorzaakt, is het feit dat de wet thans als vereiste stelt dat de schuldige binnen drie jaar opnieuw moet worden veroordeeld voor een van de feiten omschreven in artikel 38, § 6. Bij herhalingsregels wordt echter in principe de datum van het plegen van het nieuwe misdrijf in aanmerking gekomen.

Dit is logisch, aangezien de datum waarop het nieuwe verkeersmisdrijf werd gepleegd, duidelijk bepaalbaar is. De datum waarop de veroordeling voor het nieuwe verkeersmisdrijf, dat aanleiding geeft tot toepassing van de herhalingsregeling, wordt uitgesproken, is moeilijk, zo niet onmogelijk bepaalbaar. Allicht zal de tekst van artikel 38, § 6, sommigen er toe aanzetten allerlei middelen aan te wenden om de datum van veroordeling te proberen uit te stellen, om te ontsnappen aan de toepassing van de herhalingsregeling.

Vandaar dat dit amendement nu niet spreekt over veroordelingen, maar over het begaan van overtredingen. In die zin leunt het amendement nauwer aan bij de al bestaande herhalingsregeling van artikel 36 van de wegverkeerswet en bij het gemeenrecht » (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-1820/004, p. 3).

B.3.3. De wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2018 en is in werking getreden op 12 oktober 2018.

B.3.4. Ingevolge de nieuwe wijziging wordt in artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet opnieuw de datum van het plegen van een nieuwe overtreding in aanmerking genomen om te bepalen of er sprake is van recidive.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid B.4.1. In hun verzoekschrift voeren de verzoekende partijen tot staving van hun belang aan dat ze verwikkeld zijn in een strafprocedure waarin de rechter toepassing zou dienen te maken van artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet, zoals gewijzigd bij artikel 11 van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten.

Zoals is vermeld in B.3, werd artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet inmiddels opnieuw vervangen bij artikel 2 van de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten, die in werking is getreden op 12 oktober 2018.

B.4.2. Bij beschikking van 28 november 2018 heeft het Hof de partijen uitgenodigd een standpunt in te nemen over de weerslag voor de onderhavige beroepen, zowel wat betreft het belang van de verzoekende partijen als wat betreft de grond van de zaak, van de vervanging van het bestreden artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet door artikel 2 van de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten.

B.4.3. Volgens de Ministerraad dienen de verzoekende partijen niet enkel te doen blijken van een belang bij de indiening van hun beroep tot vernietiging maar dient hun belang behouden te blijven tot op het ogenblik van de uitspraak van het arrest. Nu het bestreden artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet niet op de verzoekende partijen werd toegepast en inmiddels werd vervangen bij artikel 2 van de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten, die in werking is getreden op 12 oktober 2018, zouden de verzoekende partijen geen belang meer hebben bij de vernietiging van de bestreden bepalingen van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten.

Wat betreft de zaak nr. 6931 B.5.1. In haar aanvullende memorie doet de verzoekende partij in de zaak nr. 6931 afstand van het tweede middel, dat betrekking heeft op het verval van het recht tot sturen.

Dat middel is afgeleid uit een schending van de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de bestreden bepalingen met terugwerkende kracht een nieuwe grond van bijzondere herhaling hebben ingevoerd die tot een verzwaring van de straf van het verval tot sturen zou leiden. Ingevolge de vervanging van artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet bij artikel 2 van de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten is die grond van herhaling evenwel opnieuw afgeschaft, wat de verzoekende partij ertoe brengt afstand te doen van het middel.

B.5.2. Niets belet te dezen dat het Hof de afstand toewijst.

B.5.3. Uit de aanvullende memorie blijkt voorts dat de verzoekende partij, ingevolge de wijziging van de bestreden bepalingen bij de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten, ten gronde nog enkel kritiek heeft op de verplichting die aan de rechter wordt opgelegd om in geval van recidive het herstel van het recht tot sturen afhankelijk te maken van het slagen voor een theoretisch en een praktisch examen en van een geneeskundig en een psychologisch onderzoek en dat zij niet de kritiek handhaaft die betrekking had op het verval van het recht tot sturen.

Bijgevolg moet ervan worden uitgegaan dat de verzoekende partij ook afstand doet van dat onderdeel van het eerste middel, dat overigens nauw samenhangt met het tweede middel.

B.5.4. In haar aanvullende memorie voert de verzoekende partij aan dat zij nog wel een actueel belang zou hebben bij haar beroep tot vernietiging, in zoverre artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet de rechter die het verval van het recht tot sturen uitspreekt, ertoe verplicht het herstel van dat recht afhankelijk te maken van het resultaat van de voormelde examens en onderzoeken.

Aangezien het huidige artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet, zoals vervangen bij de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten, voor wat het opleggen van die maatregelen betreft, identiek is aan het bestreden artikel 38, § 6, zoals vervangen bij de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten, is de verzoekende partij van oordeel dat zij haar belang behoudt.

Zij wijst er voorts op dat artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet, voor wat betreft de bedoelde maatregelen, in elk van de drie versies die bestaan hebben tijdens haar strafrechtelijke vervolging, dezelfde verplichting oplegde aan de rechter en in dezelfde mate ongrondwettig was of is.

B.6.1. Artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet in de versie die werd bestreden door de verzoekende partij, werd inmiddels vervangen bij artikel 2 van de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten.

B.6.2. Het Hof onderzoekt evenwel het beroep ten gronde omdat de verzoekende partij doet blijken van een voldoende belang, rekening houdend met het feit dat zij er recht op heeft dat haar geschil kan worden beslecht, niettegenstaande het wetgevingsproces dat erin bestaat een bestreden bepaling te vervangen door een andere, die evenwel dezelfde inhoud heeft wat betreft de verplichting voor de rechter om bij recidive het herstel van het recht op sturen afhankelijk te maken van het slagen voor een theoretisch en een praktisch examen en van een geneeskundig en een psychologisch onderzoek.

Op grond van artikel 26, § 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof dient de rechter bij wie de zaak van de verzoekende partij aanhangig is geen prejudiciële vraag te stellen over het gewijzigde artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet wanneer het Hof reeds uitspraak heeft gedaan over een beroep met een identiek onderwerp.

B.6.3. De verzoekende partij in de zaak nr. 6931 behoudt derhalve een belang bij haar beroep tot vernietiging van artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet, zoals vervangen bij de artikelen 11 en 26 van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten, in zoverre die bepaling het herstel van het recht op sturen afhankelijk maakt van het resultaat van de voormelde examens en onderzoeken.

Wat betreft de zaak nr. 6954 B.7.1. Het enige middel in de zaak nr. 6954 is afgeleid uit de schending van de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de bestreden bepalingen met terugwerkende kracht een nieuwe grond van bijzondere herhaling hebben ingevoerd die tot een verzwaring van de straf van het verval tot sturen zou leiden.

B.7.2. Het bestreden artikel 11, 6°, van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten is met terugwerkende kracht in werking getreden op 15 februari 2018, terwijl het misdrijf waarvoor de verzoekende partij wordt vervolgd, werd gepleegd op 3 september 2017.

B.7.3. De verzoekende partij is niet ingegaan op het verzoek van het Hof om een aanvullende memorie in te dienen met betrekking tot de weerslag van de vervanging van de bestreden bepaling op haar belang en op de grond van de zaak.

Aldus toont zij niet aan dat de bestreden bepalingen, na de vervanging ervan bij de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten, haar nog rechtstreeks en ongunstig zouden kunnen raken in de strafzaak waarin zij was verwikkeld op het ogenblik van de indiening van haar beroep en doet zij niet blijken van het vereiste belang bij de vernietiging ervan.

B.8. Bijgevolg is het beroep in de zaak nr. 6954 niet ontvankelijk.

Ten gronde B.9. Het eerste en het derde onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 6931 zijn afgeleid uit de schending door artikel 11, 6°, van de wet van 2 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/09/2018 pub. 02/10/2018 numac 2018040680 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft type wet prom. 02/09/2018 pub. 19/09/2019 numac 2019014376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft. - Duitse vertaling sluiten, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de rechter wordt verplicht om in geval van recidive het herstel van het recht tot sturen steeds afhankelijk te maken van het slagen voor een theoretisch en een praktisch examen en voor een geneeskundig en een psychologisch onderzoek. In het bijzonder wijst de verzoekende partij erop dat hierdoor een niet-verantwoord verschil in behandeling zou ontstaan tussen personen naargelang zij voor overtredingen die onder de recidiveregeling vallen, al dan niet afzonderlijk worden vervolgd of veroordeeld. Zij voert aan dat de wetgever zou moeten voorzien in een beoordelingsbevoegdheid voor de rechter, zodat deze in alle onafhankelijkheid zou kunnen oordelen of het noodzakelijk is die examens en onderzoeken te bevelen, rekening houdend met de specifieke omstandigheden en de eventueel reeds uitgevoerde maatregelen.

B.10.1. Artikel 38, § 6, van de Wegverkeerswet, zoals vervangen bij artikel 11, 6°, van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten, bepaalt dat de rechter het herstel van het recht tot sturen, naar aanleiding van een verval tot het recht tot sturen dat wordt opgelegd bij het herhaald plegen van zware verkeersovertredingen, afhankelijk moet maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid.

B.10.2. Artikel 38, § 3, van de Wegverkeerswet bepaalt : « De rechter kan het herstel in het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor een of meer van de hiernavermelde examens en onderzoeken : 1° een theoretisch examen;2° een praktisch examen;3° een geneeskundig onderzoek;4° een psychologisch onderzoek;5° een specifieke opleiding bepaald door de Koning ». B.11.1. In tegenstelling tot het verval van het recht tot sturen is de verplichting om te slagen voor een theoretisch en een praktisch examen en voor een geneeskundig en een psychologisch onderzoek om het herstel in het recht tot sturen te verkrijgen nadat het verval van het recht tot sturen bij vonnis is uitgesproken, geen strafrechtelijke sanctie, maar een preventieve beveiligingsmaatregel die een doel van algemeen belang nastreeft. Die examens en onderzoeken maken het immers mogelijk na te gaan of de medische en psychologische toestand van gevaarlijke bestuurders, voldoet aan de wettelijke minimumnormen voor het besturen van een voertuig in alle veiligheid, teneinde het risico van herhaling te beperken en de verkeersveiligheid te waarborgen.

B.11.2. De verplichting om te slagen voor de voormelde examens en onderzoeken beoogt dus niet de recidiverende bestuurder te bestraffen, maar de maatschappij tegen onverantwoord verkeersgedrag te beschermen.

De maatregel beoogt te waarborgen dat een bestuurder over de vereiste bekwaamheden en kwalificaties beschikt om zich in het verkeer te begeven.

B.12.1. De wetgever handelt niet kennelijk onredelijk wanneer hij, in een poging om het aantal verkeersdoden te beperken en de maatschappij tegen onverantwoord verkeersgedrag te beschermen, het herstel van het recht tot sturen, naar aanleiding van een verval van het recht tot sturen bij het herhaald plegen van zware verkeersovertredingen, afhankelijk maakt van het slagen voor een theoretisch en een praktisch examen en voor een geneeskundig en een psychologisch onderzoek, zonder daarbij een beoordelingsbevoegdheid toe te kennen aan de rechter. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij beweert, wordt aldus geen afbreuk gedaan aan het algemeen beginsel van de onafhankelijkheid van de rechter, zoals gewaarborgd bij artikel 151 van de Grondwet, bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

B.12.2. De verzoekende partij verwijt de bestreden bepaling in het bijzonder dat zij tot een niet-verantwoord verschil in behandeling zou leiden tussen bestuurders die zich schuldig hebben gemaakt aan het herhaald plegen van zware verkeersovertredingen, naargelang het openbaar ministerie hen voor die overtredingen samen dan wel afzonderlijk dagvaardt of naargelang de rechter al dan niet toepassing maakt van artikel 65 van het Strafwetboek, dat de eendaadse samenloop regelt.

B.12.3. Dat verschil in behandeling kan evenwel niet worden toegeschreven aan de bestreden bepaling. Het kan het gevolg zijn van de feitelijke omstandigheden waarin de overtredingen hebben plaatsgevonden of van de uitoefening door het openbaar ministerie of door de rechter, van de beleidsvrijheid waarover zij beschikken respectievelijk bij de dagvaarding of bij de toepassing van artikel 65 van het Strafwetboek.

B.13. Het eerste middel in de zaak nr. 6931, in zijn eerste en derde onderdeel, is niet gegrond.

Om die redenen, het Hof verwerpt de beroepen.

Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 28 mei 2019.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, A. Alen

^