Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 12 augustus 2016

Uittreksel uit arrest nr. 98/2016 van 16 juni 2016 Rolnummer : 6389 In zake : de vordering tot schorsing van de wet van 16 december 2015 tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische fina Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016203969
pub.
12/08/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 98/2016 van 16 juni 2016 Rolnummer : 6389 In zake : de vordering tot schorsing van de wet van 16 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003461 bron federale overheidsdienst financien Wet tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden sluiten tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden, ingesteld door E.M. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 maart 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 31 maart 2016, is een vordering tot schorsing ingesteld van de wet van 16 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003461 bron federale overheidsdienst financien Wet tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden sluiten tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2015) door E.M. Bij hetzelfde verzoekschrift vordert de verzoekende partij eveneens de vernietiging van dezelfde wet, alsook de ambtshalve aanstelling van een advocaat, overeenkomstig artikel 75, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof.

Bij beschikking van 20 april 2016 heeft het Hof de aanvraag van ambtshalve aanstelling van een advocaat verworpen. (...) II. In rechte (...) B.1. Artikel 2 van de wet van 16 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003461 bron federale overheidsdienst financien Wet tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden sluiten tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden bepaalt : « De wet regelt de verplichtingen van de Belgische financiële instellingen en van de FOD Financiën met betrekking tot de inlichtingen die aan een bevoegde autoriteit van een ander rechtsgebied moeten medegedeeld worden in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen die georganiseerd is overeenkomstig richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van richtlijn 2011/16/EU betreffende de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied, de Gezamenlijke overeenkomst tussen de Raad van Europa en de OESO van 25 januari 1988 inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden (hierna de multilaterale overeenkomst genoemd), een bilaterale overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, of een bilateraal verdrag inzake de uitwisseling van fiscale inlichtingen, teneinde de naleving van de internationale fiscale verplichtingen te verbeteren ».

B.2. Uit de uiteenzetting van de middelen blijkt dat de vordering tot schorsing alleen betrekking heeft op de artikelen 5, 8, §§ 2 en 4, 12, §§ 1, 3 en 4, 15, 16 en 19, en op punt A van deel I van bijlage II van de voormelde wet.

België heeft een « Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika tot verbetering van de internationale naleving van de belastingvoorschriften en tot tenuitvoerlegging van FATCA » (hierna het FATCA-akkoord) gesloten.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep en het belang van de verzoekende partij B.3.1. Aangezien de vordering tot schorsing ondergeschikt is aan het beroep tot vernietiging, dient de ontvankelijkheid van dat laatste, en met name wat het bestaan van het vereiste belang betreft, reeds bij het onderzoek van de vordering tot schorsing te worden betrokken.

B.3.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden bepalingen rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.

B.4.1. De verzoekende partij, die in België verblijft, heeft de dubbele Belgische en Amerikaanse nationaliteit. Zij is in die zin onderworpen aan de fiscale voorschriften van het Belgische recht en aan die van het Amerikaanse recht. Zij voert aan dat twee Belgische bankinstellingen haar erover hebben ingelicht dat zij aan de FOD Financiën de gegevens zouden meedelen met betrekking tot de twee rekeningen die zij er bezit, teneinde zich in overeenstemming te brengen met de bestreden wet van 16 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003461 bron federale overheidsdienst financien Wet tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden sluiten. De verzoekende partij preciseert dat die gegevens zullen worden meegedeeld, terwijl die instellingen daartoe niet gehouden zijn met toepassing van punt A.1 in deel I van bijlage II van de voormelde wet, aangezien het bedrag van haar rekeningen niet hoger ligt dan 50 000 USD op 30 juni 2014.

B.4.2. De Ministerraad merkt in hoofdzaak op dat de verwarde en onnauwkeurige uiteenzetting van de middelen niet zou voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, zodat het beroep onontvankelijk zou moeten worden verklaard. De verzoekende partij zou overigens evenmin belang erbij hebben de vernietiging en bijgevolg de schorsing van de wet van 16 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003461 bron federale overheidsdienst financien Wet tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden sluiten te vorderen, in zoverre, indien haar financiële situatie kon worden aangetast zoals zij dat aanvoert, dat alleen mogelijk zou zijn door de uitvoering van het voormelde FATCA-akkoord, waarbij dat laatstgenoemde evenwel nog niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een instemmingswet.

B.5. Uit het beperkte onderzoek van de ontvankelijkheid van het beroep tot vernietiging waartoe het Hof in het kader van de vordering tot schorsing is kunnen overgaan, blijkt echter dat het beroep tot vernietiging en dus de vordering tot schorsing ontvankelijk moeten worden geacht, daar de uiteenzetting van de middelen toelaat de artikelen van de wet van 16 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003461 bron federale overheidsdienst financien Wet tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden sluiten te identificeren die in het bijzonder worden beoogd en de middelen voldoende duidelijk zijn, middelen waarop de Ministerraad overigens heeft geantwoord. Daarnaast laten de beoogde bepalingen de bankinstellingen overigens toe aan de FOD Financiën gegevens mee te delen met betrekking tot de bankrekeningen die de verzoekende partij er bezit, wegens haar dubbele Belgische en Amerikaanse nationaliteit, hetgeen haar belang verantwoordt om in rechte op te treden.

Ten aanzien van de voorwaarden van de schorsing B.6. Naar luid van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof dient aan twee grondvoorwaarden te zijn voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : - de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; - de onmiddellijke uitvoering van de bestreden maatregel moet een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen.

Daar de twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat een van die voorwaarden niet is vervuld tot de verwerping van de vordering tot schorsing.

Wat het risico van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel betreft B.7.1. De schorsing van een wetsbepaling door het Hof moet het mogelijk maken te vermijden dat, voor de verzoekende partij, een ernstig nadeel dreigt voort te vloeien uit de onmiddellijke toepassing van de bestreden normen, nadeel dat niet of moeilijk zou kunnen worden hersteld in geval van een vernietiging van die normen.

B.7.2. Uit artikel 22 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten blijkt dat, om te voldoen aan de tweede voorwaarde van artikel 20, 1°, van die wet, de persoon die een vordering tot schorsing instelt, in zijn verzoekschrift concrete en precieze feiten moet uiteenzetten waaruit voldoende blijkt dat de onmiddellijke toepassing van de bepalingen waarvan hij de vernietiging vordert, hem een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen.

Die persoon moet met name het bestaan van het risico van een nadeel, de ernst ervan en het verband tussen dat risico en de toepassing van de bestreden bepalingen aantonen.

B.8.1. De verzoekende partij voert allereerst aan dat een bankinstelling die aan de verplichting tot mededeling van de gegevens is onderworpen, de rekening die zij er bezat reeds heeft gesloten.

De te dezen aangeklaagde sluiting van de rekening blijkt niet voort te vloeien uit enige bepaling van de bestreden wet, waarbij die sluiting overigens is gebeurd vóór de inwerkingtreding van de wet. Noch de schorsing van de wet, noch de vernietiging ervan zouden dus tot gevolg kunnen hebben dat de verzoekende partij opnieuw wordt geplaatst in de oorspronkelijke contractuele situatie.

B.8.2. De verzoekende partij voert vervolgens aan dat de onmiddellijke toepassing van de bestreden wet en in het bijzonder van artikel 8, § 2, ervan tot gevolg heeft gehad dat de bankinstellingen waar zij rekeningen bezit, haar erover hebben ingelicht dat zij, vóór het einde van de maand september 2016, de gevraagde gegevens aan de FOD Financiën zouden meedelen.

De verzoekende partij maakt geen gewag van concrete en nauwkeurige feiten met betrekking tot de precieze aard van de mogelijke gevolgen van die mededeling voor haar fiscale situatie in de Verenigde Staten, situatie die op zich losstaat van de bestreden wet.

Wat meer bepaald het verwijt betreft dat is gericht tot de bankinstellingen waar de verzoekende partij rekeningen bezit en luidens hetwelk zij punt A.1 van deel I van bijlage II van de bestreden wet betreffende het plafond van het saldo van de rekening waaronder een rekening niet is onderworpen aan de verplichting tot mededeling, niet hebben toegepast, zouden noch de schorsing van de wet, noch de vernietiging ervan de commerciële vrijheid van die instellingen kunnen beperken.

B.8.3. De verzoekende partij voert voorts aan dat de onmiddellijke toepassing van de wet haar privéleven onherstelbaar zou aantasten door de betrokken financiële instellingen toe te laten gegevens mee te delen die niet zouden voldoen aan het evenredigheidsbeginsel en hierdoor een moeilijk te herstellen ernstig nadeel zouden veroorzaken.

Zij brengt echter geen enkel concreet en precies feit aan dat haar persoonlijke situatie zou betreffen.

B.8.4. De verzoekende partij verklaart ten slotte dat de onmiddellijke toepassing van de wet onomkeerbare gevolgen voor haar gezondheidstoestand zou kunnen hebben. Ook in dat verband brengt zij geen afdoend feit aan dat het Hof zou toelaten met die hypothese rekening te houden.

B.9. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat de verzoekende partij niet voldoende aantoont dat de onmiddellijke toepassing van de wet van 16 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003461 bron federale overheidsdienst financien Wet tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden sluiten haar een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen, zodat niet is voldaan aan een van de voorwaarden die zijn opgelegd bij artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof.

Om die redenen, het Hof verwerpt de vordering tot schorsing.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 16 juni 2016.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, J. Spreutels

^