Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 07 mei 2015

Uittreksel uit arrest nr. 27/2015 van 5 maart 2015 Rolnummer : 5875 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 34 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Luik. Het Grondwettelijk Hof, same wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging

bron
grondwettelijk hof
numac
2015201732
pub.
07/05/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 27/2015 van 5 maart 2015 Rolnummer : 5875 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 34 van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten, gesteld door het Arbeidshof te Luik.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij arrest van 7 maart 2014 in zake A.O. tegen de nv « Ethias », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 maart 2014, heeft het Arbeidshof te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 34, eerste en tweede lid, van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, voor de vaststelling van de grondslag van het loon dat dient als basis voor de berekening van de wettelijke schadevergoedingen voor arbeidsongevallen, twee categorieën van slachtoffers die zich in verschillende situaties bevinden, identiek behandelt, namelijk : - enerzijds de slachtoffers die, op de datum dat het ongeval zich heeft voorgedaan, uitsluitend bij een voltijdse arbeidsovereenkomst tewerkgesteld waren en wier basisloon zal worden berekend volgens het loon waarop zij aanspraak konden maken in de loop van het jaar dat voorafging aan het ongeval; - anderzijds de slachtoffers die, naast de voltijdse arbeidsovereenkomst tijdens de uitvoering waarvan het ongeval zich heeft voorgedaan, aantonen dat zij op de datum van dat ongeval eveneens deeltijds waren tewerkgesteld, maar wier basisloon nochtans alleen zal worden berekend volgens het loon dat is geïnd in het kader van hun voltijdse tewerkstelling in de loop van het jaar dat voorafging aan het ongeval ? 2. Is artikel 34 van de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die interpretatie dat de grondslag van het basisloon van het slachtoffer van een arbeidsongeval dat aantoont dat het, op de datum van dat ongeval, was tewerkgesteld in een voltijdse betrekking en in een deeltijdse betrekking, onder voorbehoud van de toepassing van de maximumlonen bepaald in artikel 39 van de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten, de lonen omvat die zijn geïnd zowel in het kader van de deeltijdse betrekking als in het kader van de voltijdse betrekking in de loop van het jaar dat voorafging aan het ongeval ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Artikel 34, eerste en tweede lid, van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten bepaalt : « Onder basisloon wordt verstaan het loon waarop de werknemer, in de funktie waarin hij is tewerkgesteld in de onderneming op het ogenblik van het ongeval, recht heeft voor de periode van het jaar dat het ongeval voorafgaat.

De referteperiode is maar volledig, wanneer de werknemer gedurende het ganse jaar arbeid heeft verricht als een voltijdse werknemer ».

Overeenkomstig de artikelen 22 en 23 van de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten wordt rekening gehouden met het « basisloon » voor de berekening van het bedrag van de dagelijkse vergoeding die wordt toegekend aan het slachtoffer van een arbeidsongeval dat een tijdelijke arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt. Overeenkomstig artikel 24 van die wet wordt eveneens rekening gehouden met dat « basisloon » voor de berekening van het bedrag van de jaarlijkse vergoeding die de dagelijkse vergoeding vervangt vanaf de dag waarop de ongeschiktheid een bestendig karakter vertoont.

B.2. In de eerste prejudiciële vraag stelt de verwijzende rechter aan het Hof de vraag over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 34, eerste en tweede lid, van de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten, in zoverre het, voor de vaststelling van de grondslag van het loon dat dient als basis voor de berekening van de wettelijke schadevergoedingen voor arbeidsongevallen, twee categorieën van slachtoffers die zich in verschillende situaties bevinden, identiek behandelt, namelijk, enerzijds, de slachtoffers die, op de datum dat het ongeval zich heeft voorgedaan, uitsluitend bij een voltijdse arbeidsovereenkomst tewerkgesteld waren en voor wie het basisloon zal worden berekend volgens het loon waarop zij aanspraak konden maken in de loop van het jaar dat voorafging aan het ongeval en, anderzijds, de slachtoffers die, naast de voltijdse arbeidsovereenkomst tijdens de uitvoering waarvan het ongeval zich heeft voorgedaan, aantonen dat zij op de datum van dat ongeval eveneens deeltijds waren tewerkgesteld, maar voor wie het basisloon nochtans alleen zal worden berekend volgens het loon dat is geïnd in het kader van hun voltijdse tewerkstelling in de loop van het jaar dat voorafging aan het ongeval.

B.3. Uit de feiten van het geding en de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het geschil dat aan de verwijzende rechter is voorgelegd, betrekking heeft op het geval van een werknemer die het slachtoffer is geweest van een arbeidsongeval tijdens de uitvoering van een voltijdse arbeidsovereenkomst en die eveneens tewerkgesteld was in het kader van een andere, deeltijdse arbeidsovereenkomst, ten belope van 30 uur per week. Dat arbeidsongeval heeft geleid tot twee opeenvolgende periodes van volledige tijdelijke arbeidsongeschiktheid, naast de gevolgen van een gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid ten belope van 2 pct.

B.4. Het systeem van vergoeding van schade die voortvloeit uit een arbeidsongeval, zoals geregeld bij de opeenvolgende wetten ter zake, wijkt af van de gemeenrechtelijke regels van burgerrechtelijke aansprakelijkheid.

Die vergoeding, die forfaitair is, is niet op het begrip fout maar op het begrip beroepsrisico gebaseerd.

De werkgevers dragen bij tot de financiering van de regeling voor de vergoeding van de schade die voortvloeit uit arbeidsongevallen. Die regeling sluit aan bij mechanismen van sociale verzekeringen.

B.5.1. De wet van 24 december 1903 betreffende de vergoeding van schade voortspruitende uit ongevallen voorzag in een forfaitaire vergoeding voor schade ten gevolge van een arbeidsongeval, waarbij de forfaitaire aard van de vergoeding meer bepaald was ingegeven door een van het gemeen recht afwijkende aansprakelijkheidsregeling die niet meer uitgaat van het begrip « fout », maar van het begrip « professioneel risico » en van het verdelen van dat risico over de werkgever en het slachtoffer van het arbeidsongeval.

Enerzijds werd de werkgever, zelfs zonder dat hem enige schuld trof, steeds aansprakelijk gesteld voor de schade ten gevolge van het arbeidsongeval opgelopen door het slachtoffer. Niet alleen werd het slachtoffer op die manier vrijgesteld van het vaak zeer moeilijk te leveren bewijs van de schuld van de werkgever of zijn aangestelde en van het oorzakelijk verband tussen die schuld en de geleden schade, maar bovendien zou zijn eigen (onopzettelijke) fout de vergoeding niet in de weg staan, noch tot zijn aansprakelijkheid leiden, indien door die fout een derde een arbeidsongeval zou overkomen. Anderzijds ontving het slachtoffer van het arbeidsongeval een forfaitaire schadevergoeding, waardoor het slechts gedeeltelijk werd vergoed voor de geleden schade.

Uit de economie van de wet van 24 december 1903, alsook uit de parlementaire voorbereiding (Hand., Kamer, 1902-1903, vergadering van 27 mei 1903, pp. 1266 en 1267) volgt aldus dat de wetgever, met volledige kennis van zaken, weloverwogen een forfaitaire vergoedingsregeling heeft ingevoerd en deze heeft opgevat rekening houdende met de overgrote meerderheid van de gevallen : hij maakte er geenszins aanspraak op zich op de bijzondere kenmerken van elk geval af te stemmen, vermits de economische waarde van het slachtoffer in de bewoordingen van het Hof van Cassatie « wettelijk vermoed wordt haar maat te vinden in het basisloon » (Cass., 6 maart 1968, Arr. Cass., 1968, p. 897; Cass., 15 januari 1996, Arr. Cass., 1996, nr. 32; Cass., 21 juni 1999, Arr. Cass., 1999, nr. 380).

Door verschillende wetswijzigingen werd het vergoedingsniveau van oorspronkelijk 50 pct. van het « basisloon » verhoogd tot 66 pct. en 100 pct. Ook de oorspronkelijk voorgeschreven immuniteit van de werkgever werd aangepast na de uitbreiding van de arbeidsongevallenregeling tot de ongevallen op de weg naar en van het werk.

Bij de totstandkoming van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten werd het systeem gewijzigd door het invoeren van de verplichte verzekering, krachtens welke de werknemer zich niet meer richt tot de werkgever maar tot de « wetsverzekeraar ». De schade opgelopen door de werknemer en niet langer de aansprakelijkheid van de werkgever werd vanaf dan verzekerd, waardoor het systeem nog meer gelijkenis vertoont met een mechanisme van sociale verzekering.

B.5.2. Artikel 7 van de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten definieert het arbeidsongeval als « elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel veroorzaakt ». Het doel van het systeem van de vaste vergoeding bestaat erin het inkomen van de werknemer te beschermen tegen een mogelijk professioneel risico, zelfs indien het ongeval gebeurt door de schuld van die werknemer of van een collega, alsook de sociale vrede en de arbeidsverhoudingen binnen de bedrijven te handhaven door een toename van het aantal processen inzake aansprakelijkheid uit te sluiten.

De bescherming van de werknemer houdt in dat die laatste van zijn eigen aansprakelijkheid wordt ontheven in geval van een arbeidsongeval dat door zijn fout is veroorzaakt. De vaste vergoeding dekt bovendien de schade van diegenen van wie de wetgever veronderstelt dat zij normaal gesproken afhangen van het inkomen van de werknemer die het slachtoffer is van een dodelijk ongeval. De vaste vergoeding zal in bepaalde gevallen groter zijn dan wat het slachtoffer had kunnen verkrijgen door een gemeenrechtelijke vordering in te stellen tegen de dader van de fout die het ongeval heeft veroorzaakt en, in andere gevallen, minder groot. De financiering van het systeem van de vaste vergoeding wordt gewaarborgd door de werkgevers, die sinds 1971 verplicht zijn een verzekering inzake arbeidsongevallen te sluiten en de kosten van de premies te dragen. Wanneer zich een ongeval voordoet, zal de werknemer zich tot de wetsverzekeraar richten. De bekommernis om de economische last die hiervan het gevolg is, niet te verzwaren door een eventuele gemeenrechtelijke vergoedingsverplichting, heeft de wetgever ertoe gebracht de gevallen te beperken waarin de werkgever burgerrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld.

B.6. Artikel 34, eerste en tweede lid, van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten definieert het loon dat dient als basis voor de berekening van de schadevergoedingen voor arbeidsongevallen, door rekening te houden met de forfaitaire aard van de vergoeding voor een arbeidsongeval. De wetgever heeft die regel weliswaar aangepast door middel van de artikelen 36 en 37bis van de wet wanneer de referteperiode onvolledig is of wanneer de in aanmerking genomen functie deeltijds werd uitgeoefend.

Die aanpassingen brengen de forfaitaire aard van de vergoedingsregeling evenwel niet in het geding, maar passen de regel aan in welbepaalde hypothesen van arbeidsonderbreking of deeltijdse arbeid die niet kunnen worden uitgebreid tot de hypothese van de werknemer die een deeltijdse tewerkstelling cumuleert met een voltijdse tewerkstelling. Het staat aan de wetgever om in voorkomend geval te oordelen of een dergelijke uitbreiding verantwoord is, rekening houdende met de in B.4 en B.5 in herinnering gebrachte beginselen.

B.7. Gelet op het feit dat, om de redenen uiteengezet in B.5, de regels inzake de vergoeding van arbeidsongevallen een geheel vormen, is de bepaling die, in de grondslag van het basisloon, naast het loon waarop de werknemer recht heeft wegens een voltijdse functie in de onderneming op het ogenblik van het ongeval, geen rekening houdt met het loon waarop de werknemer recht heeft wegens een andere, deeltijdse functie in een andere onderneming, niet onevenredig.

B.8. Bij het regelen van de gevolgen van arbeidsongevallen had de wetgever niet als enige bekommernis de arbeidsverhoudingen niet te verstoren. De in het geding zijnde bepaling beoogt tevens, enerzijds, de financiële last die werkgevers dragen door het betalen van de premies voor de verplichte arbeidsongevallenverzekering en, anderzijds, de financiële last van de verzekeraars die, in een verzekeringslogica, de gedekte risico's moeten evalueren, niet te verzwaren. Indien de arbeidsongevallenverzekeraar het slachtoffer van een arbeidsongeval niet alleen zou moeten vergoeden op basis van het loon waarop de werknemer recht heeft wegens een voltijdse functie in de onderneming op het ogenblik van het ongeval, maar ook op basis van een loon waarop de werknemer recht heeft wegens een deeltijdse functie in een andere onderneming, dan zou de doelstelling van de wetgever in het gedrang komen.

B.9. In zoverre artikel 34, eerste en tweede lid, van de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten, voor het bepalen van de grondslag van het loon dat dient als basis voor de berekening van de wettelijke schadevergoedingen voor arbeidsongevallen, de slachtoffers die, op de datum van het ongeval, uitsluitend tewerkgesteld waren bij een voltijdse arbeidsovereenkomst, op dezelfde wijze behandelt als de slachtoffers die, naast de voltijdse arbeidsovereenkomst tijdens de uitvoering waarvan het ongeval zich heeft voorgedaan, aantonen dat zij op de datum van dat ongeval eveneens deeltijds waren tewerkgesteld, is het niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

B.10. In de tweede prejudiciële vraag verzoekt de verwijzende rechter het Hof nog na te gaan of artikel 34, eerste en tweede lid, van de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten, in die interpretatie dat de grondslag van het basisloon van het slachtoffer van een arbeidsongeval dat aantoont dat het, op de datum van dat ongeval, was tewerkgesteld in een voltijdse betrekking en in een deeltijdse betrekking, onder voorbehoud van de toepassing van de maximumlonen bepaald in artikel 39 van de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten, de lonen omvat die zijn geïnd zowel in het kader van de deeltijdse betrekking als in dat van de voltijdse betrekking in de loop van het jaar dat voorafging aan het ongeval, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

B.11. Gelet op het antwoord op de eerste prejudiciële vraag dient de tweede prejudiciële vraag niet te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 34, eerste en tweede lid, van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. - De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 5 maart 2015.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, J. Spreutels

^