Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 01 augustus 2013

Uittreksel uit arrest nr. 70/2013 van 22 mei 2013 Rolnummers 5304, 5305, 5306, 5307, 5310 en 5311 In zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 6 juli 2011 tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013203158
pub.
01/08/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 70/2013 van 22 mei 2013 Rolnummers 5304, 5305, 5306, 5307, 5310 en 5311 In zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 6 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen type wet prom. 06/07/2011 pub. 14/11/2011 numac 2011000696 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen. - Duitse vertaling sluiten tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen, ingesteld door de bvba « Total Beauty Clinic », Lucas Vrambout en anderen, de vzw « Belgian Society for Private Clinics » en anderen, Malte Villnow en anderen, de Vlaamse Regering en Jozef Hoeyberghs.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging a. Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 2 en 6 februari 2012 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 3, 6 en 8 februari 2012, zijn vijf beroepen tot vernietiging ingesteld van de wet van 6 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen type wet prom. 06/07/2011 pub. 14/11/2011 numac 2011000696 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen. - Duitse vertaling sluiten tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 augustus 2011, tweede editie) respectievelijk door de bvba « Total Beauty Clinic », met maatschappelijke zetel te 8500 Kortrijk, Hendrik Consciencelaan 18, bus 11, door Lucas Vrambout, wonende te 1830 Machelen, Peutiesesteenweg 111, de nv « Arics », met maatschappelijke zetel te 1830 Machelen, Peutiesesteenweg 111, en Dirk Van Zele, wonende te 1150 Brussel, Joseph Van Genegenlaan 1, bus 2, door de vzw « Belgian Society for Private Clinics », met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Casinoplein 19, Bart Decoopman, wonende te 8000 Brugge, Sint-Claradreef 77, Wim De Maerteleire, wonende te 3050 Oud-Heverlee, Bogaardenstraat 49c, Patrick Tonnard, wonende te 9850 Hansbeke, Warandestraat 9a, Robin Van Look, wonende te 2650 Edegem, Drie Eikenstraat 626, de nv « Clara Invest », met maatschappelijke zetel te 8000 Brugge, Sint-Claradreef 77, de bvba « Dokter B.Heykants », met maatschappelijke zetel te 2350 Vosselaar, Antwerpsesteenweg 235, de bvba « Level 4 », met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Kempische Kaai 7, bus 4, de bvba « Stellaris », met maatschappelijke zetel te 2630 Aartselaar, John F. Kennedylaan 26, en de bvba « Mediclinic », met maatschappelijke zetel te 2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 228, door Malte Villnow, de bvba « Laser Aesthetic » en de vennootschap naar Duits recht « Swiss Aesthetic Group GmbH & Co. KG », die alle drie keuze van woonplaats doen te 3000 Leuven, Mechelsestraat 107-109, en door Jozef Hoeyberghs, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Kasteeldreef 8. b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 februari 2012 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 7 februari 2012, heeft de Vlaamse Regering beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 2, 1° en 6°, en 3 van de voormelde wet van 6 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen type wet prom. 06/07/2011 pub. 14/11/2011 numac 2011000696 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen. - Duitse vertaling sluiten. De zaken vermeld onder a, ingeschreven onder de nummers 5304, 5305, 5306, 5307 en 5311, en de zaak vermeld onder b, ingeschreven onder nummer 5310 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden wet B.1. De bestreden wet verbiedt reclame voor ingrepen van medische esthetiek (artikel 3, eerste lid, eerste zin).

Als reclame wordt beschouwd « iedere vorm van mededeling of handeling die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft ingrepen van medische esthetiek te bevorderen, zulks ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of technieken, reality-tv-uitzendingen inbegrepen » (artikel 2, 1°).

Tot de ingrepen van medische esthetiek behoort « elke ingreep van een beoefenaar van de geneeskunde als bedoeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, om iemands uiterlijk op diens vraag te veranderen om esthetische redenen, zonder therapeutisch of reconstructief doel. Dit behelst ook de inspuitingen, evenals laser klasse IV- en IPL-behandelingen » (artikel 2, 5°).

Persoonlijke informatie met betrekking tot ingrepen van medische esthetiek is onder bepaalde voorwaarden toegelaten. Onder persoonlijke informatie wordt verstaan elke vorm van mededeling of handeling die er rechtstreeks of onrechtstreeks op is gericht, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of technieken, de beoefenaar bekend te maken, dan wel informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk. De persoonlijke informatie dient waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk te zijn. Die informatie mag niet misleidend of vergelijkend zijn en mag evenmin financiële argumenten aanwenden (artikel 3, eerste lid, tweede zin, tweede lid en derde lid, en artikel 2, 2°).

De resultaten van onderzoeken en behandelingen, zoals onder meer foto's die werden genomen vóór en na een ingreep van medische esthetiek of de getuigenis van een patiënt, mogen niet worden aangewend in het kader van persoonlijke informatie. De namen en beroepstitels van de beroepsbeoefenaars moeten daarentegen steeds worden vermeld (artikel 3, vierde en vijfde lid).

De overtreder van het reclameverbod wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met een geldboete van 250 euro tot 10.000 euro of met een van die straffen alleen. Bovendien kan de rechtbank bevelen dat het vonnis of de samenvatting ervan op kosten van de overtreder in drie kranten en op enige andere wijze wordt bekendgemaakt (artikel 4).

Aan de overtreder van het reclameverbod kan tevens een administratieve geldboete van 125 euro worden opgelegd. Wanneer hij binnen de termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de datum waarop hem een administratieve geldboete is opgelegd, een overtreding begaat van dezelfde aard als die welke tot de toepassing van een administratieve geldboete heeft geleid, bedraagt de geldboete het dubbele van de voorheen opgelegde geldboete (artikel 5).

Ten aanzien van de bevoegdheid van het Hof B.2. In het eerste middel in de zaken nrs. 5305 en 5307 voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden wet door de Koning werd bekrachtigd en afgekondigd op een ogenblik waarop de Kamers ontbonden waren, terwijl de bekrachtiging en de afkondiging van wetten niet zouden kunnen worden beschouwd als lopende zaken, hetgeen een schending zou inhouden van het wettigheidsbeginsel, van het algemeen beginsel van grondwettelijk recht van de lopende zaken en van de artikelen 88, 101, 105, 106 en 109 van de Grondwet.

B.3. Het Hof is niet bevoegd om rechtstreeks te toetsen aan de algemene rechtsbeginselen of aan andere grondwetsbepalingen dan de bepalingen van titel II en de artikelen 170, 172 en 191 van de Grondwet. Bovendien is het Hof in de regel slechts bevoegd, onder voorbehoud van artikel 30bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, om de grondwettigheid te toetsen van wettelijke bepalingen wat de inhoud ervan betreft, maar niet wat de wijze van totstandkoming ervan betreft.

Het middel, dat enkel de wijze van totstandkoming van de bestreden bepalingen betreft, is vreemd aan de bevoegdheid van het Hof.

Ten aanzien van de bevoegdheidverdelende regels B.4. In het tweede middel in de zaken nrs. 5305 en 5307 voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden wet, doordat zij de gezondheidstoestand van de bevolking beoogt te verbeteren, een aangelegenheid regelt die krachtens artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen aan de gemeenschappen toekomt.

In het enige middel in de zaak nr. 5310 voert de Vlaamse Regering aan dat artikel 2, 1° en 6°, en artikel 3 van de bestreden wet, doordat zij bepaalde reality-tv-uitzendingen verbieden, een aangelegenheid regelen die krachtens artikel 4, 6°, van dezelfde bijzondere wet aan de gemeenschappen toekomt.

B.5. Artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen wijst de bevoegdheid inzake het gezondheidsbeleid toe aan de gemeenschappen, onder voorbehoud van de uitzonderingen die het bepaalt.

Uit de parlementaire voorbereiding van voormeld artikel blijkt duidelijk dat het regelen van de uitoefening van de geneeskunst en van de paramedische beroepen niet behoort tot de materies die, wat het gezondheidsbeleid betreft, als persoonsgebonden aangelegenheden aan de gemeenschappen zijn overgedragen (Parl. St., Senaat, 1979-1980, nr. 434/1, p. 7).

Hoewel het gemaakte voorbehoud wat de uitoefening van de geneeskunde betreft niet zo ruim kan worden begrepen dat het elk aspect van de verhouding tussen artsen en patiënten zou omvatten (zie arrest nr. 15/2008 van 14 februari 2008), is de reclame voor geneesmiddelen en medische behandelingen, zoals het Hof reeds in zijn arrest nr. 109/2000 van 31 oktober 2000 heeft geoordeeld, dermate nauw verbonden met de aangelegenheid van de uitoefening van de geneeskunde dat de regeling ervan aan de federale wetgever toekomt. Tot de voormelde medische behandelingen behoren tevens de ingrepen van medische esthetiek.

B.6. Uit artikel 2, 1° en 6°, van de bestreden wet blijkt dat het verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek tevens slaat op reality-tv-uitzendingen, waarmee het televisiegenre wordt bedoeld « waarbij meestal in de vorm van een soap het dagelijkse leven van onbekende of bekende personen wordt gevolgd ».

Weliswaar behoort de reclame, als onderdeel van de aangelegenheid radio-omroep en televisie (artikel 4, 6°, van de voormelde bijzondere wet), principieel tot de bevoegdheid van de gemeenschappen, maar de federale wetgever vermocht redelijkerwijze te oordelen dat de uitbreiding van het toepassingsgebied van het reclameverbod te dezen noodzakelijk was om de doelstelling van de bestreden wet te bereiken.

Gelet op de wervende kracht van de reality-tv-uitzendingen, is het verbod op reclame in dergelijke uitzendingen over ingrepen van medische esthetiek onlosmakelijk verbonden met het verbod op reclame voor dergelijke ingrepen. Rekening houdend met de zeer beperkte draagwijdte van het verbod, doet de maatregel niet op onevenredige wijze afbreuk aan de bevoegdheid van de gemeenschappen om de radio-omroep en televisie te regelen.

B.7. De middelen zijn niet gegrond.

Ten aanzien van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie B.8. In het eerste middel in de zaken nrs. 5305 en 5307 voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat zij enkel van toepassing is op artsen die ingrepen van medische esthetiek uitvoeren en personen die daarvoor reclame maken en niet op andere personen die ingrepen van medische esthetiek uitvoeren en personen die daarvoor reclame maken. De verzoekende partijen in de zaken nrs. 5305 en 5307 formuleren in hun vierde middel een soortgelijke grief.

B.9. Het door de bestreden wet ingevoerde reclameverbod geldt enkel voor ingrepen van medische esthetiek die door een beoefenaar van de geneeskunde, als bedoeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, worden uitgevoerd. Het reclameverbod geldt derhalve niet voor personen die niet over een wettelijk diploma van « doctor in de genees-, heel- en verloskunde » beschikken en die soortgelijke esthetische ingrepen uitvoeren.

B.10. Het reclameverbod geldt voor ingrepen van medische esthetiek om iemands uiterlijk op diens vraag te veranderen om esthetische redenen, zonder therapeutisch of reconstructief doel. De bestreden wet vermeldt uitdrukkelijk dat dit « ook de inspuitingen, evenals laser klasse IV- en IPL-behandelingen » omvat.

B.11. De verzoekende partijen tonen aan dat ook andere beroepsbeoefenaars, met name schoonheidsspecialisten, soortgelijke ingrepen uitvoeren, waaronder inspuitingen en laserbehandelingen. De Ministerraad erkent dat het reclameverbod in dat geval niet van toepassing is, maar voert aan dat dergelijke ingrepen verboden zijn, of op zijn minst in de nabije toekomst verboden zullen worden.

B.12. Allereerst wijst de Ministerraad op het koninklijk besluit van 21 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2006 pub. 23/03/2007 numac 2007022161 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten op het gebied van lichaamsverzorging, van opticien, dentaaltechnicus en begrafenisondernemer sluiten betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten op het gebied van lichaamsverzorging, van opticien, dentaaltechnicus en begrafenisondernemer, waarin onder meer de activiteiten en beroepsbekwaamheden van de schoonheidsspecialist worden vermeld.

Artikel 7, § 1, van dat koninklijk besluit bepaalt : « Onder activiteiten van schoonheidsspecialist(e) moet voor de toepassing van dit besluit het verzorgen van het menselijk lichaam worden verstaan, alleen om het uiterlijk van de mens in stand te houden of mooier te maken. Deze zorgen omvatten ook het epileren en de semi-permanente make-up ».

De beroepsbekwaamheid voor het uitoefenen van de activiteiten van schoonheidsspecialist bestaat onder meer uit het kunnen « toepassen van alle gebruikelijke schoonheidstechnieken en de nodige niet-medische apparaten, voor dames en heren » (artikel 8, 4°, b).

Uit die bepalingen kan evenwel niet worden afgeleid dat het schoonheidsspecialisten zou zijn verboden om elk van de esthetische behandelingen uit te voeren, waaronder inspuitingen en laserbehandelingen, die onder het door de bestreden wet ingevoerde reclameverbod vallen wanneer zij door artsen worden uitgevoerd.

B.13. Vervolgens wijst de Ministerraad op een wetsvoorstel tot regeling van de vereiste kwalificaties om ingrepen van invasieve medische cosmetiek uit te voeren (Parl. St., Senaat, 2010, nr. 5-62/1). Zodra dat wetsvoorstel is goedgekeurd, zou elke twijfel worden weggenomen over het verbod voor andere personen dan artsen om bepaalde esthetische behandelingen uit te voeren, waaronder inspuitingen en laserbehandelingen, die onder het door de bestreden wet ingevoerde reclameverbod vallen wanneer zij door artsen worden uitgevoerd.

Weliswaar kan het Hof, wanneer het wettelijke bepalingen toetst aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, rekening houden met ontwikkelingen die zich na de totstandkoming van die wettelijke bepalingen voordoen, maar het dient het normatieve kader in aanmerking te nemen zoals dat op het ogenblik van de toetsing van kracht is. Het Hof kan derhalve, om uit te maken of er al dan niet sprake is van een verschil in behandeling, geen rekening houden met een wetsvoorstel.

Inmiddels heeft de wetgever het voormelde wetsvoorstel evenwel aangenomen dat bepaalt dat enkel de houders van een bijzondere beroepstitel van « geneesheer specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde » of van « geneesheer specialist in de heelkunde » bevoegd zijn om het geheel van de niet-heelkundige esthetisch-geneeskundige en esthetisch-heelkundige ingrepen uit te voeren (artikel 9).

Onder de niet-heelkundige esthetische geneeskunde wordt verstaan « elke niet-heelkundige technische medische ingreep door middel van om het even welk instrument, chemische stof of hulpmiddel met om het even welke energievorm doorheen de huid of de slijmvliezen waarbij, zonder enig therapeutisch of reconstructief doel, vooral beoogd wordt het lichaamsuiterlijk van een patiënt om esthetische redenen te veranderen. De hulpmiddelen die om het even welke energievorm gebruiken omvatten de hulpmiddelen die een laser van klasse 4 en hoger of fel pulserend licht gebruiken » (artikel 2, 1°).

De wetgever heeft de ingrepen van medische esthetiek in beginsel voorbehouden aan bepaalde beoefenaars van de geneeskunde, maar hij heeft tegelijkertijd in de volgende uitzondering voorzien : de schoonheidsspecialisten die over de door de Koning bepaalde beroepsbekwaamheden beschikken zijn bevoegd om de epilatietechnieken met een laser van klasse 4 of met fel pulserend licht aan te wenden, indien zij een door de Koning bepaalde opleiding hebben gevolgd (artikel 15).

Daaruit volgt dat het schoonheidsspecialisten niet principieel verboden is om bepaalde van de esthetische behandelingen uit te voeren, waaronder laserbehandelingen, die onder het door de bestreden wet ingevoerde reclameverbod vallen wanneer zij door artsen worden uitgevoerd.

B.14. Uit hetgeen voorafgaat vloeit voort dat de bestreden wet een verschil in behandeling doet ontstaan inzake de mogelijkheid om reclame te voeren voor bepaalde esthetische ingrepen. Wanneer die ingrepen door een arts worden uitgevoerd, mag daarvoor geen reclame worden gemaakt. Wanneer die ingrepen door een andere bevoegde persoon worden uitgevoerd, mag daarvoor wel reclame worden gemaakt.

B.15. Zoals de Ministerraad erkent en zoals in de parlementaire voorbereiding wordt bevestigd, is de wet ingegeven door de bekommernis om de volksgezondheid te beschermen. Meer bepaald beoogt zij de vastgestelde uitwassen en misbruiken op het vlak van de medische esthetiek te bestrijden (Parl. St., Senaat, 2010, nr. 5-61/1, pp. 1-2), inzonderheid door « agressief wervende reclame of ronselreclame te verbieden » (ibid., p. 5).

B.16. In het licht van de voormelde doelstelling is het niet pertinent om voor dezelfde of soortgelijke ingrepen een reclameverbod in te voeren, naar gelang van de persoon die de ingreep uitvoert. Dat is des te meer het geval, nu de artsen gelet op hun doorgedreven opleiding redelijkerwijze mogen worden geacht de gevolgen van een behandeling voor de gezondheid beter te kunnen inschatten dan andere personen die dezelfde of een soortgelijke behandeling uitvoeren.

B.17. Het middel is gegrond.

Aangezien de andere middelen niet tot een ruimere vernietiging kunnen leiden, dienen zij niet te worden onderzocht.

Om die redenen, het Hof vernietigt de wet van 6 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen type wet prom. 06/07/2011 pub. 14/11/2011 numac 2011000696 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen. - Duitse vertaling sluiten tot instelling van een verbod op reclame voor ingrepen van medische esthetiek en tot regeling van de informatie over dergelijke ingrepen.

Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 mei 2013.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, M. Bossuyt

^