Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 13 juli 2004

Uittreksel uit arrest nr. 115/2004 van 30 juni 2004 Rolnummer 2747 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 21 van het Vlaamse decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003, ingesteld door d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)

bron
arbitragehof
numac
2004202196
pub.
13/07/2004
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Uittreksel uit arrest nr. 115/2004 van 30 juni 2004 Rolnummer 2747 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 21 van het Vlaamse decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003, ingesteld door de c.v.b.a. « Dijledal. Sociale Huisvesting Leuven » en anderen.

Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 juni 2003 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 juli 2003, hebben de c.v.b.a. « Dijledal. Sociale Huisvesting Leuven », met zetel te 3010 Leuven, Lolanden 8, de c.v.b.a. De Ideale Woning, met zetel te 2600 Berchem, Diksmuidelaan 276, en de c.v.b.a. ABC, met zetel te 2050 Antwerpen, Reinaartlaan 8, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 21 van het Vlaamse decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2002, vierde uitgave). (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden norm B.1. Artikel 21 van het Vlaamse decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003 heeft de laatste zin van artikel 45, § 4, derde lid, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode opgeheven en vervangen door : « De zittende huurder heeft het recht om de gehuurde woning te verwerven volgens de door de Vlaamse regering te bepalen voorwaarden. » In de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet houdende begeleiding van de begroting 2003 wordt over de doorgevoerde wijziging het volgende gesteld : « Om de huurders van een sociale huurwoning er toe aan te zetten om hun sociale huurwoning aan te kopen, heft dit artikel de termijn van 15 jaar op waarbinnen een sociale huurwoning niet verkocht mag worden. » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1438/1, p. 10) Ten gronde Het eerste en het tweede middel B.2.1. Het eerste middel is afgeleid uit een schending van artikel 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 ervan en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en van artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.

In een eerste onderdeel betogen de verzoekende partijen dat de bestreden bepaling moet worden beschouwd als een onteigening in de zin van artikel 16 van de Grondwet en als een eigendomsberoving in de zin van artikel 1, eerste alinea, van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De bestreden bepaling voldoet volgens de verzoekende partijen evenwel niet aan de vereisten die door de in het middel aangehaalde artikelen worden gesteld.

In een tweede onderdeel oordelen de verzoekende partijen dat de bestreden bepaling strijdig is met de bevoegdheidverdelende regels die in artikel 16 van de Grondwet en artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen besloten liggen.

B.2.2. Het tweede middel is afgeleid uit een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek.

Volgens de verzoekende partijen houdt de bestreden bepaling een onwettige reglementering van het gebruik van eigendom in en een discriminatie ten aanzien van andere personen van wie het eigendomsgebruik wordt gereglementeerd.

B.3.1. Artikel 16 van de Grondwet, artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen voorzien in waarborgen in geval van « onteigening » of « eigendomsberoving ».

B.3.2. Een van die waarborgen is het wettigheidsbeginsel in artikel 16 van de Grondwet, volgens hetwelk niemand van zijn eigendom kan worden ontzet dan « in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald ». Op die waarborg kunnen de verzoekende partijen zich beroepen, die allen rechtspersonen zijn, ongeacht of ze publiekrechtelijk, privaatrechtelijk of gemengd zijn.

Het wettigheidsbeginsel is ook van toepassing op de gemeenschappen en de gewesten. Artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 bepaalt overigens dat de gemeenschaps- en gewestregeringen kunnen overgaan tot onteigeningen ten algemenen nutte - hetgeen te dezen niet het geval is - « in de gevallen en volgens de modaliteiten bepaald bij decreet ».

Met het gebruik van de woorden « bij de wet » in artikel 16 van de Grondwet, dat naar inhoud ongewijzigd is gebleven sedert 1831, heeft de Grondwetgever alleen de bevoegdheid van de uitvoerende macht willen uitsluiten door de bevoegdheid om de gevallen en de nadere regels van onteigening te bepalen, voor te behouden aan de democratisch verkozen beraadslagende vergaderingen.

B.3.3. De bestreden bepaling verleent aan de zittende huurder het recht om de van een sociale huisvestingsmaatschappij gehuurde woning te verwerven volgens de door de Vlaamse Regering te bepalen voorwaarden. De sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen derhalve worden verplicht de eigendom van een woning over te dragen. Die verplichte eigendomsoverdracht is een maatregel die onder de werkingssfeer van artikel 16 van de Grondwet valt.

B.3.4. Door de Vlaamse Regering zonder voldoende nauwkeurige aanwijzingen te machtigen om de voorwaarden te bepalen voor het verwerven van de door de zittende huurder gehuurde woning, miskent de bestreden decretale bepaling het wettigheidsbeginsel neergelegd in artikel 16 van de Grondwet.

B.4. De overige grieven en middelen dienen niet te worden onderzocht.

Om die redenen, het Hof vernietigt artikel 21 van het Vlaamse decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003.

Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 juni 2004.

De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. A. Arts.

^