gepubliceerd op 25 januari 2023
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 22 november 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 december 2022, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Ho « Schendt artikel 235bis van het Wetboek van strafvordering, dat de kamer van inbeschuldigingstelli(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 22 november 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 december 2022, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 235bis van het Wetboek van strafvordering, dat de kamer van inbeschuldigingstelling ermee belast om, op verzoek van een van de partijen, de regelmatigheid van de aan haar voorgelegde rechtspleging in de loop van het gerechtelijk onderzoek te controleren, de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 1 van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het een partij die het voorwerp uitmaakt van een opsporingsonderzoek niet toelaat te verzoeken om de controle van de regelmatigheid van dat opsporingsonderzoek en van de daarbij gestelde handelingen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7901 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux