Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 26 oktober 2021

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 251.479 van 14 september 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 september 2021, heeft de Raad van State de volgende prej « Schenden de artikelen 40bis, § 2, eerste lid, 3°, 40ter, § 1, en 40ter, § 2, eerst(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021204796
pub.
26/10/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 251.479 van 14 september 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 september 2021, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 40bis, § 2, eerste lid, 3°, 40ter, § 1, en 40ter, § 2, eerste lid, 1°, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, geïnterpreteerd en toegepast in die zin dat zij eisen, zowel van een meerderjarige herenigde die bloedverwant in neergaande lijn is van een sedentaire Belg als van een meerderjarige herenigde die bloedverwant in neergaande lijn is van een Belgisch of Unieonderdaan die zijn recht op vrij verkeer heeft uitgeoefend, ten laste te zijn van de gezinshereniger in het land van oorsprong of van herkomst, terwijl die vereiste, volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie, het gevolg is van de uitoefening, door de Belgische of Unieburger, van diens recht op vrij verkeer ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7639 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^