gepubliceerd op 09 juli 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 250.617 van 18 mei 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 juni 2021, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële v « 1. Is artikel 186, § 1, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek strijdig met de artikelen (...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest nr. 250.617 van 18 mei 2021, waarvan de expeditie ter    griffie van het Hof is ingekomen op 15 juni 2021, heeft de Raad van    State de volgende prejudiciële vragen gesteld :    « 1. Is artikel 186, § 1, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek    strijdig met de artikelen 13 en 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, in    voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het    Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele    vrijheden en met artikel 47, eerste alinea, van het Handvest van de    grondrechten van de Europese Unie, in zoverre het zou worden gelezen    in die zin dat het enkel van toepassing is op een    zaakverdelingsreglement waarbij één enkele afdeling exclusief bevoegd    wordt gemaakt voor bepaalde categorieën van zaken, en niet twee of    drie afdelingen binnen een zeer groot gerechtelijk arrondissement ?    2. Is artikel 186, § 1, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek,    zoals gewijzigd bij de 
wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					11/08/2017
				
				
					pub. 
					11/09/2017
				
				
					numac 
					2017012998
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst justitie 
					
				
				
					Wet houdende invoeging van het Boek XX "Insolventie van ondernemingen", in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht 
				
			
		
	sluiten houdende invoeging van    het Boek XX ' Insolventie van ondernemingen ', in het Wetboek van    economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan    Boek XX [...] in het Boek I van het Wetboek van economisch recht, in    zoverre het een exclusieve toekenning mogelijk maakt ' van vorderingen    en geschillen rechtstreeks ontstaan uit een insolventieprocedure    bedoeld in boek XX van het Wetboek van economisch recht, waarvan de    gegevens voor de oplossing zich bevinden in het bijzonder recht dat    van toepassing is op het stelsel van de insolventie ', strijdig met de    artikelen 13 en 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, in voorkomend    geval in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees    Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en    met artikel 47, eerste alinea, van het Handvest van de grondrechten    van de Europese Unie ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7601 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux