gepubliceerd op 01 december 2020
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 27 oktober 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 november 2020, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraa « Schendt artikel 419 Strafwetboek de artikelen 10 en 11 Grondwet doordat hij die wordt vervolgd we(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 27 oktober 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 november 2020, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 419 Strafwetboek de artikelen 10 en 11 Grondwet doordat hij die wordt vervolgd wegens onopzettelijke doding slechts kan worden veroordeeld tot een maximumgevangenisstraf van twee jaar (artikel 419, eerste lid) en hij die wordt vervolgd wegens onopzettelijke doding in het kader van een verkeersongeval tot meer dan het dubbele, namelijk vijf jaar (artikel 419, tweede lid), terwijl de fout van beide personen eenzelfde onopzettelijk karakter heeft en aanleiding geeft tot eenzelfde gevolg, namelijk een overlijden, waarbij de tweede categorie bovendien een straf kan oplopen waardoor de strafuitvoering wordt beoordeeld door de strafuitvoeringsrechtbank terwijl dat niet het geval is voor de eerste categorie, en dat de omstandigheid dat het gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid kadert in een verkeerscontext geen redelijke verantwoording biedt voor dit onderscheid in bestraffing ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7461 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut