Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 06 augustus 2019

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 244.636 van 28 mei 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2019, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vr « Schenden de artikelen 40bis, § 2, 2°, en 40ter, § 2, van de wet van 15 december 1980 be(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019203503
pub.
06/08/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 244.636 van 28 mei 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2019, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 40bis, § 2, 2°, en 40ter, § 2, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, afzonderlijk gelezen en in samenhang met de artikelen 8 en 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre zij de personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd overeenkomstig het voorschrift van artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek en die personen zijn die worden beoogd in de artikelen 161 tot 163 van het Burgerlijk Wetboek, automatisch uitsluiten van het recht op gezinshereniging, terwijl dat niet het geval is voor de personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd maar die niet worden beoogd in de artikelen 161 tot 163 van het Burgerlijk Wetboek ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7200 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^