← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr.
244.636 van 28 mei 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2019, heeft
de Raad van State de volgende prejudiciële vr « Schenden de artikelen 40bis, §
2, 2°, en 40ter, § 2, van de wet van 15 december 1980 be(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 244.636 van 28 mei 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2019, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vr « Schenden de artikelen 40bis, § 2, 2°, en 40ter, § 2, van de wet van 15 december 1980 be(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 244.636 du 28 mai 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 juin 2019, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 40bis, § 2, 2°, et 40ter, § 2, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès a(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij arrest nr. 244.636 van 28 mei 2019, waarvan de expeditie ter | Par arrêt n° 244.636 du 28 mai 2019, dont l'expédition est parvenue au |
griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2019, heeft de Raad van | greffe de la Cour le 12 juin 2019, le Conseil d'Etat a posé la |
State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 40bis, § 2, 2°, en 40ter, § 2, van de wet van | « Les articles 40bis, § 2, 2°, et 40ter, § 2, de la loi du 15 décembre |
15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het | 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et |
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen de | |
artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, afzonderlijk gelezen en in | l'éloignement des étrangers violent-ils les articles 10, 11 et 22 de |
samenhang met de artikelen 8 en 14 van het Verdrag tot bescherming van | la Constitution, lus séparément et en combinaison avec les articles 8 |
de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre zij de | et 14 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des |
personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd | libertés fondamentales, en ce qu'ils excluent automatiquement du droit |
overeenkomstig het voorschrift van artikel 1476, § 1, van het | au regroupement familial les personnes qui ont fait une déclaration de |
Burgerlijk Wetboek en die personen zijn die worden beoogd in de | cohabitation légale conformément au prescrit de l'article 1476, § 1er, |
artikelen 161 tot 163 van het Burgerlijk Wetboek, automatisch | du Code civil et qui sont des personnes visées aux articles 161 à 163 |
uitsluiten van het recht op gezinshereniging, terwijl dat niet het | du Code civil, alors que tel n'est pas le cas pour les personnes qui |
geval is voor de personen die een verklaring van wettelijke | |
samenwoning hebben afgelegd maar die niet worden beoogd in de | ont fait une déclaration de cohabitation légale mais qui ne sont pas |
artikelen 161 tot 163 van het Burgerlijk Wetboek ? ». | visées aux articles 161 à 163 du Code civil ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7200 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 7200 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |