Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 03 mei 2019

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 243.911 van 7 maart 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 maart 2019, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële « Schenden artikel 112 van het decreet van 20 juli 2016 tot opheffing van het decreet van 24 april (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019202035
pub.
03/05/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 243.911 van 7 maart 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 maart 2019, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 112 van het decreet van 20 juli 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2016 pub. 14/11/2016 numac 2016205561 bron waalse overheidsdienst Decreet tot opheffing van het decreet van 24 april 2014 tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en tot vorming van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling sluiten tot opheffing van het decreet van 24 april 2014 tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, tot opheffing van de artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en tot vorming van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, en artikel D.IV.110 van het Wetboek van ruimtelijke ordening de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in zoverre de aanvragers van een stedenbouwkundige vergunning waarvan de aanvraag na 1 juni 2017 volledig is verklaard, verschillend worden behandeld naargelang hun aanvraag al dan niet vóór 1 juni 2017 is ingediend, zelfs in de hypothese dat de aanvraag niet volledig of niet conform is ingediend vóór 1 juni 2017, vervolgens na 1 juni 2017 is aangevuld en uiteindelijk volledig en conform de toepasselijke bepalingen is verklaard ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7149 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^