gepubliceerd op 04 januari 2019
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 242.967 van 16 november 2018 in zake L.D. en M.D. tegen de stad Brussel en de Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingek « Schendt artikel 11bis van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, ingev(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 242.967 van 16 november 2018 in zake L.D. en M.D. tegen de stad Brussel en de Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 november 2018, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 11bis van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, ingevoegd bij de
wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/2014
pub.
31/01/2014
numac
2014021007
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet
type
wet
prom.
06/01/2014
pub.
31/01/2014
numac
2014200332
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet
sluiten met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de schadevergoeding enkel ten laste legt van de steller van de nietig verklaarde handeling, met uitsluiting van de partijen die hebben bijgedragen tot de totstandkoming van de handeling en die in de procedure zijn behouden als tegenpartijen in het kader van de procedure tot nietigverklaring van de handeling in kwestie ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7059 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux