gepubliceerd op 26 oktober 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 14 september 2018 in zake Emmanuel Depersenaire tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 september 201 « Schendt artikel 52-3 van het Wetboek der successierechten (koninklijk besluit nr. 308), zoals van(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 14 september 2018 in zake Emmanuel Depersenaire tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 september 2018, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 52-3 van het Wetboek der successierechten (koninklijk besluit nr. 308), zoals van toepassing in het Waalse Gewest, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de verkrijgingen tussen een persoon en het kind van een vooroverleden kind van de echtgenoot van die persoon uitsluit van de toepassing ervan, en in het bijzonder in het geval waarin er tijdens de kinderjaren van de legataris een levensgemeenschap tussen die personen heeft bestaan, in vergelijking : - met de verkrijging tussen een persoon en het kind van zijn echtgenoot en/of; - met de verkrijging tussen een persoon en zijn eigen kleinkind en/of; - met de verkrijging tussen een persoon en het kind van zijn echtgenoot die, bij het overlijden van dat kind, is gevolgd door de verkrijging tussen dat laatste en zijn eigen kind ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7011 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux