Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 11 mei 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 21 februari 2018 in zake Ugur Topak tegen de Federale Pensioendienst, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 februari 2018, he « - Schendt artikel 21, § 5, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspe(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018202398
pub.
11/05/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 21 februari 2018 in zake Ugur Topak tegen de Federale Pensioendienst, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 februari 2018, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « - Schendt artikel 21, § 5, van de wet van 13 juni 1966Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/1966 pub. 20/10/2009 numac 2009000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, in samenhang gelezen met paragraaf 3, derde lid, van diezelfde bepaling waarnaar het verwijst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het het tenietgaan van de schuld bij het overlijden zowel in geval van ' bedrieglijke handelingen ' of ' valse of welbewust onvolledige verklaringen ' als in geval van het niet op bedrieglijke wijze ' niet afleggen [...] van een verklaring die is voorgeschreven door een wets- of verordenende bepaling of die volgt uit een vroeger aangegane verbintenis ' uitsluit, waardoor de erfgenamen van een gepensioneerde die zich in verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld ? - Schendt artikel 21, § 5, van de wet van 13 juni 1966Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/1966 pub. 20/10/2009 numac 2009000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, in samenhang gelezen met paragraaf 3, derde lid, van diezelfde bepaling waarnaar het verwijst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het het tenietgaan van de schuld uitsluit in geval van het niet op bedrieglijke wijze ' niet afleggen [...] van een verklaring die is voorgeschreven door een wets- of verordenende bepaling of die volgt uit een vroeger aangegane verbintenis ', terwijl het voorziet in het automatisch tenietgaan van de schuld in alle andere gevallen waarin bedragen niet op bedrieglijke wijze of niet vrijwillig ten onrechte werden betaald, waardoor de erfgenamen van een gepensioneerde die zich in vergelijkbare situaties bevinden, aldus verschillend worden behandeld ? - Schendt artikel 21, § 5, van de wet van 13 juni 1966Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/1966 pub. 20/10/2009 numac 2009000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, in samenhang gelezen met paragraaf 3, derde lid, van diezelfde bepaling waarnaar het verwijst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het tenietgaan van de schuld uitsluit in geval van het niet op bedrieglijke wijze ' niet afleggen [...] van een verklaring die is voorgeschreven door een wets- of verordenende bepaling of die volgt uit een vroeger aangegane verbintenis ', terwijl, in geval van toepassing van artikel 22, § 3, van het Handvest van de sociaal verzekerde, de afstand ambtshalve geschiedt en enkel in het geval van bedrog of arglist wordt uitgesloten, waardoor personen die zich in vergelijkbare situaties bevinden, aldus verschillend worden behandeld ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6862 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^