Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 27 november 2017

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij arrest van 26 september 2017 in zake A.O., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 oktober 2017, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling 1. « Schendt artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van e(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2017206094
pub.
27/11/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten a. Bij arrest van 26 september 2017 in zake A.O., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 oktober 2017, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2017 pub. 31/03/2017 numac 2017011424 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand type wet prom. 19/03/2017 pub. 08/11/2017 numac 2017013899 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand. - Duitse vertaling sluiten tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat de vordering bedoeld in artikel 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek uitsluitend wordt opgevat als de vordering die wordt voorgelegd aan de arbeidsrechtbank ? Schendt artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2017 pub. 31/03/2017 numac 2017011424 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand type wet prom. 19/03/2017 pub. 08/11/2017 numac 2017013899 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand. - Duitse vertaling sluiten tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat de vordering bedoeld in artikel 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek wordt opgevat als de vordering die wordt voorgelegd aan de arbeidsrechtbank en ook als dezelfde vordering, herhaald in hoger beroep, die wordt voorgelegd aan het arbeidshof ? »;2. « Schendt artikel 4, § 2, derde lid, van de wet van 19 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2017 pub. 31/03/2017 numac 2017011424 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand type wet prom. 19/03/2017 pub. 08/11/2017 numac 2017013899 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand. - Duitse vertaling sluiten tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie wanneer het preciseert dat het rechtscollege het bedrag van de bijdrage aan het Fonds vereffent in de eindbeslissing die in de kosten verwijst, in zoverre dat mechanisme bedoeld is om het voor de eiser die ' winnaar ' is van de procedure mogelijk te maken over een titel te beschikken om van de ' verliezer ' de terugbetaling van de bijdrage te verkrijgen, terwijl een verwijzing in de kosten niet kan worden uitgesproken in het kader van een procedure op eenzijdig verzoekschrift en in dat geval geen terugbetaling van de bijdrage kan worden verkregen ? ». b. Bij arrest van 3 oktober 2017 in zake C.D., in aanwezigheid van Mr.

N. Alaimo, schuldbemiddelaar, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 oktober 2017, heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 4, § 2, tweede lid, 4°, van de wet van 19 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2017 pub. 31/03/2017 numac 2017011424 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand type wet prom. 19/03/2017 pub. 08/11/2017 numac 2017013899 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand. - Duitse vertaling sluiten tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, dat de eisende partij vrijstelt van de voorafgaande betaling van de bijdrage tot stijving van het Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, geïnterpreteerd in die zin dat het enkel de vordering beoogt waarmee een schuldenaar verzoekt om het voordeel van de procedure van collectieve schuldenregeling te verkrijgen, niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het aanleiding geeft tot discriminatie tussen, enerzijds, de schuldenaar die verzoekt om het voordeel van de procedure van collectieve schuldenregeling te verkrijgen en, anderzijds, de schuldenaar die het voordeel van de procedure van collectieve schuldenregeling heeft verkregen en die, in de loop van de procedure, een toestemming aanvraagt op grond van artikel 1675/7, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6737 en 6739 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^