Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 11 april 2017

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 237.188 van 26 januari 2017 in zake Thierry Mbala Mintyene tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 fe « Schendt artikel 11, § 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het gro(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2017201977
pub.
11/04/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 237.188 van 26 januari 2017 in zake Thierry Mbala Mintyene tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 februari 2017, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 11, § 2, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, in de versie ervan die van toepassing was op het ogenblik van de feiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de beslissing om het recht op verblijf op grond van het 1°, 2° of 3° van artikel 11, § 2, eerste lid, te ontnemen, enkel gedurende een beperkte periode kan worden genomen terwijl de beslissing om het recht op verblijf te ontnemen op grond van het 4° van hetzelfde artikel 11, § 2, eerste lid, onbeperkt in tijd kan worden genomen zelfs wanneer de betrokken vreemdeling niet de dader van de fraude is ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6625 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^