gepubliceerd op 12 augustus 2016
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten nrs. 234.866 en 234.865 van 26 mei 2016 in zake respectievelijk de gemeente Rouvroy en de gemeente Aubange, tegen de Belgische Staat, waarvan de exp « Schendt artikel 14 van de wet van 9 november 2015 houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij twee arresten nrs. 234.866 en 234.865 van 26 mei 2016 in zake    respectievelijk de gemeente Rouvroy en de gemeente Aubange, tegen de    Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn    ingekomen op 7 juni 2016, heeft de Raad van State de volgende    prejudiciële vragen gesteld :    « Schendt artikel 14 van de 
wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					09/11/2015
				
				
					pub. 
					30/11/2015
				
				
					numac 
					2015000710
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken  
				
			
		
	sluiten houdende diverse    bepalingen Binnenlandse Zaken de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,    in samenhang gelezen met artikel 190 ervan, alsook met artikel 2 van    het Burgerlijk Wetboek, het algemeen beginsel van niet-retroactiviteit    van de wetten, het rechtszekerheidsbeginsel, artikel 6 van het    Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de    fundamentele vrijheden en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol    bij het genoemde Verdrag,    - in zoverre het artikel 10 van de wet van 31 december 1963    betreffende de civiele bescherming aldus uitlegt dat de wijzigingen    die in die wet werden ingevoerd door de wet van 14 januari 2013 worden    toegepast vanaf hun datum van inwerkingtreding, zijnde 17 februari    2013, op de beslissingen die de provinciegouverneurs genomen hebben    met betrekking tot de definitieve verdeling van de in aanmerking    komende kosten gemaakt door de gemeenten-groepscentra sinds 1 januari    2006,    - in het bijzonder terwijl de wettigheid van dergelijke beslissingen    met betrekking tot de boekjaren 2009 en 2010 wordt betwist in het    kader van beroepen die voor de Raad van State hangende zijn, met name    om de reden dat zij niet konden worden gegrond op de bij de wet van 14    januari 2013 gewijzigde verdelingscriteria ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6442 en 6443 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux