gepubliceerd op 18 juni 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij arrest van 13 maart 2014 in zake het openbaar ministerie en anderen tegen P.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 april 2014, hee « Schendt artikel 7 van de wet van 14 januari 2013 houdende fiscale en andere bepalingen betreffend(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    a. Bij arrest van 13 maart 2014 in zake het openbaar ministerie en    anderen tegen P.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is    ingekomen op 24 april 2014, heeft het Hof van Beroep te Luik de    volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 7 van de 
wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					14/01/2013
				
				
					pub. 
					31/01/2013
				
				
					numac 
					2013009053
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst justitie 
					
				
				
					Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie  
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					14/01/2013
				
				
					pub. 
					01/03/2013
				
				
					numac 
					2013009078
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst justitie 
					
				
				
					Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie  
				
			
		
	sluiten houdende fiscale en    andere bepalingen betreffende justitie, dat artikel 24 van de    voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering aanvult, de    artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang    gelezen met het wettigheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en    het beginsel van de vereiste van voorzienbaarheid van de wet inzake de    strafrechtspleging, met artikel 14, leden 1 en 3, van het    Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en    met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten    van de mens en de fundamentele vrijheden, in die zin geïnterpreteerd    dat het in se terugwerkende kracht verleent aan die wet, zonder dat    een dergelijke terugwerkende kracht door een uitzonderlijke    omstandigheid of een dwingende reden van algemeen belang wordt    verantwoord, in zoverre :    enerzijds, de in het geding zijnde bepaling de legitieme verwachtingen    van de rechtzoekende en zijn rechten van verdediging kan dwarsbomen    zodra de rechtzoekende, op het ogenblik dat om een bijkomende    onderzoekshandeling is verzocht, niet wist dat een dergelijk verzoek    een schorsende werking zou hebben, en, anderzijds, onder voorbehoud    dat de schorsing niet langer dan een jaar mag duren, de duur van de    verjaringstermijn van de strafvordering zal afhangen van de    beoordeling, door het vonnisgerecht, van het al dan niet volledige    karakter van het aan zijn oordeel onderworpen dossier of van de    houding van de openbare partij die zou kunnen verzoeken om bijkomende    handelingen te verrichten die onmiddellijk, ongeacht de reden ervan,    onder het mom van de nieuwe grond voor de schorsing van de verjaring    zouden worden verricht ? ». b. Bij arrest van 23 april 2014 in zake het openbaar ministerie en    anderen tegen S.D.L. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van    het Hof is ingekomen op 2 mei 2014, heeft het Hof van Beroep te Bergen    de volgende prejudiciële vragen gesteld :    « 1. Schendt artikel 7 van de 
wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					14/01/2013
				
				
					pub. 
					31/01/2013
				
				
					numac 
					2013009053
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst justitie 
					
				
				
					Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie  
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					14/01/2013
				
				
					pub. 
					01/03/2013
				
				
					numac 
					2013009078
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst justitie 
					
				
				
					Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie  
				
			
		
	sluiten houdende fiscale    en andere bepalingen betreffende justitie, bekendgemaakt in het    Belgisch Staatsblad op 31 januari 2013, artikel 12, tweede lid, van de    Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het    wettigheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van    de vereiste van voorzienbaarheid van de wet inzake de    strafrechtspleging, met artikel 14, leden 1 en 3, van het    Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en    met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten    van de mens en de fundamentele vrijheden, door aan de verzoeken om    bijkomende handelingen die vóór 10 februari 2013 in het kader van de    regeling van de rechtspleging waren ingediend, met terugwerkende    kracht een schorsende werking ten aanzien van de verjaring van de    strafvordering te verlenen die niet bestond ten tijde van het indienen    ervan en die ten aanzien van die rechtzoekenden niet voorzienbaar was,    waardoor ze afbreuk kan doen aan de jurisdictionele waarborgen die aan    elke burger worden geboden ? 2. Schendt artikel 7 van de 
wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					14/01/2013
				
				
					pub. 
					31/01/2013
				
				
					numac 
					2013009053
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst justitie 
					
				
				
					Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie  
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					14/01/2013
				
				
					pub. 
					01/03/2013
				
				
					numac 
					2013009078
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst justitie 
					
				
				
					Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie  
				
			
		
	sluiten houdende fiscale    en andere bepalingen betreffende justitie, bekendgemaakt in het    Belgisch Staatsblad op 31 januari 2013, de artikelen 10, 11 en 12,    tweede lid, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het    wettigheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van    de vereiste van voorzienbaarheid van de wet inzake de    strafrechtspleging, en met het algemene rechtsbeginsel ' lex posterior    derogat priori ', met artikel 14, leden 1 en 3, van het Internationaal    Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 6 van    het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de    fundamentele vrijheden, door voor de feiten die dateren van vóór 1    september 2003, een tegenstrijdigheid in het leven te roepen met de    schorsingsgronden die van toepassing zijn krachtens artikel 24 van de    voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, in de versie    ervan die bij de wet van 11 december 1998 is ingevoerd, dat krachtens    artikel 33 van de wet van 5 augustus 2003 op die feiten van toepassing    blijft, waarbij die tegenstrijdigheid aldus afbreuk kan doen aan de    jurisdictionele waarborgen die aan elke burger worden geboden ? ».   Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5893 en 5895 van de rol van    het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux