gepubliceerd op 15 mei 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 120.742 van 17 maart 2014 in zake Edna Nyamoita Onsongo tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 april « Schendt artikel 40bis, § 2, 2°, van de wet van 15 december 1980, in samenhang gelezen met ar(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest nr. 120.742 van 17 maart 2014 in zake Edna Nyamoita Onsongo    tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof    is ingekomen op 3 april 2014, heeft de Raad voor    Vreemdelingenbetwistingen de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 40bis, § 2, 2°, van de 
wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					15/12/1980
				
				
					pub. 
					12/04/2012
				
				
					numac 
					2012000231
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen 
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					15/12/1980
				
				
					pub. 
					20/12/2007
				
				
					numac 
					2007000992
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen 
				
			
		
	sluiten, in    samenhang gelezen met artikel 40ter van diezelfde wet, de artikelen    10, 11 en 191 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met    artikel 8 van het EVRM, in die zin dat het aan de buitenlandse    onderdaan die overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk    Wetboek een wettelijke samenwoning is aangegaan, de verplichting    oplegt het stabiele en duurzame karakter van de relatie te bewijzen om    als familielid van de Belgische onderdaan te worden beschouwd,    bewijslast die niet bestaat voor de vreemdeling die met een Belgische    onderdaan is gehuwd of voor de vreemdeling die met een Belg is    verbonden door een geregistreerd partnerschap dat als gelijkwaardig    met een huwelijk in België wordt beschouwd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5884 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux