gepubliceerd op 14 juni 2013
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 24 april 2013 in zake Bertrand Antheunis tegen de Vlaamse Landmaatschappij en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is inge « 1. Schendt artikel 5 van het decreet van 12 december 2003 (B.S. 23 januari 2004) houdende wijzigi(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 24 april 2013 in zake Bertrand Antheunis tegen de Vlaamse Landmaatschappij en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 mei 2013, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 5 van het
decreet van 12 december 2003Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
12/12/2003
pub.
23/01/2004
numac
2004035011
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
sluiten (B.S. 23 januari 2004) houdende wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, dat in voornoemd decreet van 23 januari 1991 een artikel 40bis invoegt, dat nader geregeld werd bij besluit van 11 maart 2005 (B.S. 27 april 2005), in samenhang gelezen met artikel 21, § 6, 2°, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de mate dat door deze wetsbepalingen een eerste categorie van belastingplichtigen met mestoverschotten tijdens het productiejaar 2001, 2002 en/of 2003, die zich hebben ingepast in het spoor van mestverwerking, de mogelijkheid wordt geboden om de betaling van de superheffing SH2, opgelegd ingevolge artikel 21, § 6, 2°, van het decreet van 23 januari 1991, voor het productiejaar 2001, 2002 en/of 2003 uit te stellen en zelfs op te heffen, terwijl een tweede categorie van belastingplichtigen met mestoverschotten tijdens het productiejaar 2001, 2002 en/of 2003, die zich hebben ingepast in het spoor van vrijwillige afbouw van hun veestapel, die mogelijkheid niet werd geboden ? 2. Schendt artikel 5 van het
decreet van 12 december 2003Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
12/12/2003
pub.
23/01/2004
numac
2004035011
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
sluiten (B.S. 23 januari 2004) houdende wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, dat in voornoemd decreet van 23 januari 1991 een artikel 40bis invoegt, dat nader geregeld werd bij besluit van 11 maart 2005 (B.S. 27 april 2005), in samenhang gelezen met artikel 21, § 6, 2°, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, afzonderlijk genomen en in samenhang gelezen met het algemeen beginsel van de rechtszekerheid en het algemeen beginsel van het verbod van terugwerkende kracht van de wet, in de mate dat door deze wetsbepalingen een eerste categorie van belastingplichtigen met mestoverschotten tijdens het productiejaar 2001, 2002 en/of 2003, die zich hebben ingepast in het spoor van mestverwerking, de mogelijkheid wordt geboden om de betaling van de superheffing SH2, opgelegd ingevolge artikel 21, § 6, 2°, van het decreet van 23 januari 1991, voor het productiejaar 2001, 2002 en/of 2003, uit te stellen en zelfs op te heffen, terwijl een tweede categorie van belastingplichtigen met mestoverschotten tijdens het productiejaar 2001, 2002 en/of 2003, die zich niet hebben ingepast in het spoor van mestverwerking, die mogelijkheid niet wordt geboden, terwijl deze bepalingen nog niet bekend waren op het einde van het belastbaar tijdperk van het respectievelijke productiejaar 2001, 2002 en 2003 ? 3. Schendt artikel 21, § 6, 2°, juncto artikel 9 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het bedrijven die zich in een ongelijke situatie bevinden, met name bedrijven die in staat zijn om mest te verwerken en bedrijven die daartoe niet in staat zijn op een zelfde wijze behandelt, met name door het opleggen van een verplichting tot mestverwerking, gesanctioneerd door een superheffing ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5635 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut