Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 17 januari 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 221.430 van 20 november 2012 in zake Radhia Khenissi tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 december « Schendt artikel 47, eerste lid, 3°, van de wet van 25 april 2007 tot wijziging van de wet van 15 (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013200067
pub.
17/01/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 221.430 van 20 november 2012 in zake Radhia Khenissi tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 december 2012, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 47, eerste lid, 3°, van de wet van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007000465 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, in samenhang gelezen met artikel 42septies van de wet van 15 december 1980, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van de niet-retroactiviteit van de wetten, in zoverre het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het aan de minister of aan zijn gemachtigde de mogelijkheid biedt een einde te maken aan het verblijfsrecht dat is toegekend aan een familielid van een burger van de Unie, of aan een dergelijk vermeend familielid, ingevolge een fraude die door de overheid is vastgesteld vóór de inwerkingtreding van die twee wetsbepalingen op 1 juni 2008, terwijl een dergelijke terugwerkende kracht niet bestaat voor een vreemdeling die geen burger van de Unie is en zijn familieleden, aangezien artikel 11 van de wet van 15 december 1980 de intrekking van het verblijf wegens fraude enkel mogelijk maakt voor een dergelijk feit dat na de inwerkingtreding van die bepaling op 1 juni 2007 is gepleegd ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5532 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^