Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 12 oktober 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 65.198 van 28 juli 2011 in zake William Zuluaga Martinez tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 aug « Schendt artikel 39/57, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011205044
pub.
12/10/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 65.198 van 28 juli 2011 in zake William Zuluaga Martinez tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 augustus 2011, heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 39/57, tweede lid, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet in de mate dat ze voor een vastgehouden vreemdeling de termijn voor het indienen van een annulatieberoep tegen een bevel om het grondgebied te verlaten tot 15 dagen herleidt, terwijl de termijn voor een vreemdeling die op het ogenblik van de kennisgeving van de beslissing niet vastgehouden is 30 dagen bedraagt, zonder dat, zoals in geval van beroep tegen een beslissing van weigering van de vluchtelingen- en van de subsidiaire beschermingsstatus, de maximale vasthoudingstermijn wordt geschorst gedurende de termijn waarin de vastgehouden verzoeker geen beroep indient ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5195 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^