gepubliceerd op 26 augustus 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 9 juni 2011 in zake C.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 juni 2011, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van he « Schendt artikel 621 van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 9 juni 2011 in zake C.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 juni 2011, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 621 van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat alleen de persoon die is veroordeeld tot een straf die niet kan worden uitgewist overeenkomstig artikel 619 van hetzelfde Wetboek, in eer en rechten kan worden hersteld, in tegenstelling tot de persoon die een gewone opschorting of probatieopschorting van de uitspraak van de veroordeling heeft genoten ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5172 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.