Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 03 maart 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 14 januari 2011 in zake het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Verviers tegen Sara Dos Santos Pedro, waarvan de expeditie ter griffie v « 1. Schendt artikel 14, § 1, 1°, tweede lid, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011200933
pub.
03/03/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 14 januari 2011 in zake het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Verviers tegen Sara Dos Santos Pedro, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 januari 2011, heeft het Arbeidshof te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 14, § 1, 1°, tweede lid, van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie, in die zin geïnterpreteerd dat de hoofdzakelijk gemeenschappelijke regeling van hun huishoudelijke aangelegenheden tussen een rechthebbende op het leefloon en zijn levenspartner, illegaal verblijvende vreemdeling, zo kan worden begrepen dat die enkel de verdeling omvat van de huishoudelijke taken die de woongemeenschap impliceert die zij vormen doordat zij onder hetzelfde dak wonen, zonder dat het vereist is dat die levenspartner beschikt over middelen die hem in staat stellen financieel bij te dragen tot de lasten van het gezin, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die wetsbepaling in die interpretatie ertoe leidt dat : - ofwel, twee rechthebbenden op het leefloon die een gezin vormen maar zich in verschillende situaties bevinden, identiek worden behandeld door aan ieder van hen het tarief ' samenwonende ' van die sociale uitkering toe te kennen, zonder ermee rekening te houden dat de levenspartner van de rechthebbende al dan niet beschikt over toereikende inkomsten om, zelfs in bescheiden mate, tot de lasten van het gezin te kunnen bijdragen; - ofwel, rechthebbenden op het leefloon die zich, vanuit het standpunt van de middelen waarover zij beschikken, in een identieke situatie bevinden daar zij niet kunnen rekenen op de inbreng van middelen van een echtgenoot of een levenspartner, verschillend worden behandeld door aan de eerstgenoemden het leefloon tegen het tarief ' alleenstaande ' en aan de laatstgenoemden het leefloon tegen het tarief ' samenwonende ' toe te kennen, om de enige reden dat die laatstgenoemden met een illegaal verblijvende vreemdeling onder hetzelfde dak wonen, zonder rekening ermee te houden dat de levenspartner van die rechthebbenden niet beschikt over voldoende inkomsten om, zelfs in bescheiden mate, financieel te kunnen bijdragen tot de lasten van het gezin ? 2. Schendt artikel 14, § 1, 1°, tweede lid, van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie, in die zin geïnterpreteerd dat de hoofdzakelijk gemeenschappelijke regeling van hun huishoudelijke aangelegenheden tussen een rechthebbende op het leefloon en zijn levenspartner, illegaal verblijvende vreemdeling, zo kan worden begrepen dat die enkel de verdeling omvat van de huishoudelijke taken die de woongemeenschap impliceert die zij vormen doordat zij onder hetzelfde dak wonen, zonder dat het vereist is dat die levenspartner beschikt over middelen die hem in staat stellen om, zelfs in bescheiden mate, financieel bij te dragen tot de lasten van het gezin, de artikelen 22 en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol van 20 maart 1952 bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de artikelen 8 en 14 van dat Verdrag, in zoverre die wetsbepaling in die interpretatie leidt tot een onevenredige inmenging : - in het privé- en gezinsleven van die rechthebbende op het leefloon; - en/of in het genot van het vermogensrecht bestaande in de inning van het leefloon waarvan de toekenningsvoorwaarden door hem zijn vervuld, om reden dat het bedrag van zijn leefloon van vandaag op morgen wordt beperkt van het tarief ' alleenstaande ' tot het tarief ' samenwonende ' alleen omdat hij heeft verklaard een gezin te vormen met een illegaal verblijvende vreemdeling, zonder inkomsten ? 3. Maakt artikel 14, § 1, 1°, tweede lid, van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie, in die zin geïnterpreteerd dat de hoofdzakelijk gemeenschappelijke regeling van hun huishoudelijke aangelegenheden tussen een rechthebbende op het leefloon en zijn levenspartner, illegaal verblijvende vreemdeling, vereist dat die levenspartner beschikt over middelen die hem in staat stellen om, zelfs in bescheiden mate, financieel bij te dragen tot de lasten van het gezin, het mogelijk de schending te vermijden van de grondwetsbepalingen die in de eerste twee hiervoor geformuleerde vragen worden beoogd ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5085 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^