Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 23 september 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 25 juni 2010 in zake de stad Bergen tegen Edouard Deschamps, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2010, heeft het Hof v « 1) Schenden de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiver(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010204867
pub.
23/09/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 25 juni 2010 in zake de stad Bergen tegen Edouard Deschamps, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2010, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1) Schenden de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van het geheim van de stemming dat ten grondslag ligt aan de aanneming van sommige administratieve besluiten door collegiale organen, en met artikel 100, vierde lid, van de Nieuwe Gemeentewet, in zoverre zij de collegiale bestuursorganen die ertoe gehouden zijn een besluit te nemen dat voortvloeit uit een geheime stemming, dezelfde verplichtingen inzake uitdrukkelijke motivering zouden opleggen als de individuele bestuursorganen of de collegiale organen die ertoe gemachtigd zijn een besluit te nemen op basis van besprekingen ? 2) Schenden de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van het geheim van de stemming dat ten grondslag ligt aan de aanneming van sommige administratieve besluiten door collegiale organen, en met artikel 100, vierde lid, van de Nieuwe Gemeentewet, in zoverre zij zouden vereisen dat een gemeenteraad die zich heeft moeten uitspreken op basis van een geheime stemming, in de hoofdtekst van de handeling als uitdrukkelijke motivering alle redenen aangeeft waarom hij, in het kader van een vergelijking van titels en verdiensten van kandidaten met een soortgelijk profiel, heeft gekozen voor een van de kandidaten en niet voor de anderen ? 3) Schenden de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van het geheim van de stemming dat ten grondslag ligt aan de aanneming van sommige administratieve besluiten door collegiale organen, en met artikel 100, vierde lid, van de Nieuwe Gemeentewet, in zoverre zij een besluit op grond van artikel 100, vierde lid, van de Nieuwe Gemeentewet genomen van de gemeenteraad, die na een vergelijking van de titels en verdiensten tussen twee kandidaten met een soortgelijk profiel, zich anders heeft uitgesproken dan na afloop van een vorige vergelijking van hun titels en verdiensten, op grond van een ontoereikende uitdrukkelijke motivering onregelmatig zouden maken om de enige reden dat de handeling niet uitdrukkelijk aangeeft welke motieven de gemeenteraad ertoe hebben gebracht van mening te veranderen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4993 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^