Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 19 augustus 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 21 juni 2010 in zake de nv « Centrale Kredietverlening » tegen Albert Vermeulen en anderen, in aanwezigheid van de nv « Mobistar » en anderen, waarvan « Schendt artikel 1675/7, § 2, 2°, Ger.W. het gelijkheidsbeginsel, neergelegd in de art. 10 en(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010204362
pub.
19/08/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 21 juni 2010 in zake de nv « Centrale Kredietverlening » tegen Albert Vermeulen en anderen, in aanwezigheid van de nv « Mobistar » en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 juni 2010, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1675/7, § 2, 2°, Ger.W. het gelijkheidsbeginsel, neergelegd in de art. 10 en 11 van de Grondwet en het recht een menswaardig leven te leiden, neergelegd in artikel 23 van de Grondwet, - in zoverre het de schuldbemiddelingsrechter kennelijk verbiedt om op voorstel van de schuldbemiddelaar in het belang van de boedel en rekening houdend met de menselijke waardigheid van de schuldenaars, de opportuniteit van de verkoop te beoordelen, en te voorzien in een uitstel of afstel van de verkoop in het belang van de boedel, - terwijl artikel 25, derde lid, van de Faillissements wet van 8 augustus 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1997 pub. 28/10/1997 numac 1997009766 bron ministerie van justitie Faillissementswet sluiten de curator wel de mogelijkheid geeft om een dergelijke beoordeling voor te leggen aan de rechter-commissaris, dan wanneer mag aangenomen worden dat een handelaar die een faillissement aanvraagt, een grotere kennis heeft over financiële aangelegenheden en de noodzaak van het nemen van tijdige maatregelen dan een natuurlijke persoon, die geen koopman is en niet in staat is om op duurzame wijze zijn opeisbare of nog [te] vervallen schulden te betalen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4979 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^