gepubliceerd op 22 juli 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 28 mei 2010 in zake de Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen tegen Paul Fastre, in aanwezigheid van de Rijksdienst voor P(...) « Schendt artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 ' betreffende het pen(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 28 mei 2010 in zake de Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) tegen Paul Fastre, in aanwezigheid van de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 juni 2010, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 ' betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese [Economische] en Monetaire Unie ', bekrachtigd bij artikel 6, 2°, van de wet van 26 juni 1997, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het in het stelsel van de zelfstandigen een vermindering voor vervroeging handhaaft in het geval waarin het rustpensioen ingaat vóór de leeftijd van 65 jaar terwijl in het socialezekerheidsstelsel van de loontrekkenden het rustpensioen zonder vermindering wegens vervroeging vanaf de leeftijd van 60 jaar kan worden verkregen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4954 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.