gepubliceerd op 20 november 2009
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 2 oktober 2009 in zake het openbaar ministerie tegen Vojtech Olah en Viera Balazova, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 o - « Schendt artikel 16.6.3, § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 2 oktober 2009 in zake het openbaar ministerie tegen Vojtech Olah en Viera Balazova, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 oktober 2009, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : - « Schendt artikel 16.6.3, § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (B.S. 3 juni 1995), zoals ingevoegd door het decreet van 21 december 2007 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI ' Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen ' (B.S. 29 februari 2008), de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke echten, doordat de omschrijving ' kleine vormen van openbare overlast ' geen voldoende normatieve inhoud heeft om die gedragingen te definiëren die, in afwijking van de straffen vermeld in artikel 16.6.3, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (B.S. 3 juni 1995), zoals ingevoegd door het decreet van 21 december 2007 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI ' Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen ' gesanctioneerd worden met gemeentelijke sancties overeenkomstig artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, dan wel een politiestraf van maximum euro 45,45 ? »; - « Schendt artikel 16.6.3, § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (B.S. 3 juni 1995), zoals ingevoegd door het decreet van 21 december 2007 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI ' Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen ' (B.S. 29 februari 2008), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat deze bepaling leidt tot een verschillende behandeling tussen rechtsonderhorigen die niet objectief en redelijk verantwoord is, nu rechtsonderhorigen die kleine vormen van openbare overlast volgens de begripsbepaling van het milieuhandhavingsdecreet begaan in een gemeente die hiervoor overeenkomstig artikel 199bis van de Nieuwe Gemeentewet gemeentelijke sancties heeft bepaald slechts met een gemeentelijke administratieve sanctie kan worden gesanctioneerd, terwijl een rechtsonderhorige die eenzelfde vorm van kleine openbare overlast veroorzaakt in een gemeente die niet dergelijke gemeentelijke administratieve sancties hiervoor heeft bepaald, wel met een straf van strafrechtelijke aard, die vermeld wordt op het strafregister van de rechtsonderhorige, kan bestraft worden ? »; - « Schendt artikel 16.6.3, § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (B.S. 3 juni 1995), zoals ingevoegd door het decreet van 21 december 2007 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI ' Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen ' (B.S. 29 februari 2008), de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, doordat in afwijking van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet aan de gemeenten de bevoegdheid wordt verleend gemeentelijke administratieve sancties te bepalen voor overtredingen van reglementen en verordeningen waarvoor een decreet reeds in straffen heeft voorzien ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4783 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.