gepubliceerd op 13 maart 2001
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 6 februari 2001 in zake H. Lodewijckx tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Lier, waarvan de expeditie ter gr « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden doordat de wet van 3 juli 1967 betreffend(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 6 februari 2001 in zake H. Lodewijckx tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Lier, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 12 februari 2001, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden doordat de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, vóór de inwerkingtreding op 25 november 1998 van artikel 10 van de wet van 19 oktober 1998 (dat aan artikel 6 van die wet een § 3 heeft toegevoegd), en aldus geïnterpreteerd dat ze niet voorzag in de betaling van vergoedingen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid aan een slachtoffer van een arbeidsongeval voor wie een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 10 % was erkend en wiens toestand dermate verergerd was dat het zijn nieuwe betrekking tijdelijk niet meer kon uitoefenen, terwijl een slachtoffer van een arbeidsongeval dat zich in dezelfde toestand bevond, maar waarop de wet betreffende de arbeidsongevallen van 10 april 1971 van toepassing is, op grond van de artikelen 25 en 25bis van die wet wel aanspraak kon maken op vergoedingen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2128 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.