gepubliceerd op 24 februari 2001
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 91.341 van 5 december 2000 in zake L. Coen tegen de stad Mechelen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekom « Schendt het artikel 6 van het decreet van 24 juli 1991 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 91.341 van 5 december 2000 in zake L. Coen tegen de stad Mechelen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 9 januari 2001, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 6 van het decreet van 24 juli 1991 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de handelingen betreffende tucht- en sommige ordemaatregelen genomen ten opzichte van het gemeentepersoneel bedoeld in de nieuwe gemeentewet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door te bepalen dat, wanneer de beroepsinstantie haar beslissing niet tijdig treft en verstuurt, het besluit van de tuchtoverheid geacht wordt te zijn goedgekeurd en door aldus de beroepindiener de waarborgen van het hoofdstuk IV van het decreet te onthouden die van toepassing zijn in het geval van een uitdrukkelijke goedkeuring ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2112 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.