Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 05 maart 1998

Arrest nr. 8/98 van 11 februari 1998 Rolnummer 997 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 171, 172 en 173 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, waarbij nieuwe bepalingen worden ingevoegd in het koninklijk b Het Arbitragehof, samengesteld uit rechter L. François, waarnemend voorzitter, voorzitter L. De (...)

bron
arbitragehof
numac
1998021068
pub.
05/03/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Arrest nr. 8/98 van 11 februari 1998 Rolnummer 997 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 171, 172 en 173 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, waarbij nieuwe bepalingen worden ingevoegd in het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, ingesteld door de v.z.w. Belgisch Verbond der Syndicale Artsenkamers en anderen.

Het Arbitragehof, samengesteld uit rechter L. François, waarnemend voorzitter, voorzitter L. De Grève, en de rechters P. Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van rechter L. François, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 oktober 1996 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 oktober 1996, hebben de v.z.w. Belgisch Verbond der Syndicale Artsenkamers, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Boondaalsesteenweg 6, J. de Toeuf, chirurg, wonende te 1640 Sint-Genesius-Rode, Toeristenlaan 7, R. Lemye, huisarts, wonende te 6180 Courcelles, rue de Trazegnies 126, A. Malfliet, huisarts, wonende te 1653 Dworp, Molenveld 26, C. M. Martinez-Almoyna Rullan, arts, wonende te E-33007 Oviedo (Spanje), Avda. Pedro Masaveu 23, 3° Dcha., F. Carette, bediende, wonende te 1640 Sint-Genesius-Rode, Toeristenlaan 7, en G. Ruys, politiecommissaris, wonende te 1083 Brussel, Keizer Karellaan 323/4, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 171, 172 en 173 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 april 1996), waarbij nieuwe bepalingen worden ingevoegd in het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies.

II. De rechtspleging Bij beschikking van 30 oktober 1996 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.

Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de organieke wet bij op 26 november 1996 ter post aangetekende brieven.

Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 november 1996.

De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie ingediend bij op 10 januari 1997 ter post aangetekende brief.

Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de organieke wet bij op 21 januari 1997 ter post aangetekende brieven.

De verzoekende partijen hebben een memorie van antwoord ingediend bij op 19 februari 1997 ter post aangetekende brief.

Bij beschikkingen van 25 maart 1997 en 30 september 1997 heeft het Hof de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot respectievelijk 29 oktober 1997 en 29 april 1998.

Bij beschikking van 25 maart 1997 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 30 april 1997, na de partijen hebben verzocht in een uiterlijk op 21 april 1997 in te dienen aanvullende memorie te antwoorden op de hierna gestelde vragen : « 1) Welke uitoefening van de geneeskunde is nog mogelijk voor de geneesheer wiens erkenning voor het dragen van een bijzondere beroepstitel is ingetrokken of opgeschort, indien hij niet voor het dragen van een andere bijzondere beroepstitel is erkend, aangezien bovendien de uitoefening van de geneeskunst gereglementeerd is bij het koninklijk besluit nr. 78 en het voorwerp uitmaakt van de richtlijn 93/16/EEG van de Raad van 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere titels ? 2) Zouden de Belgische overheden, vermits een buitenlands geneesheer-specialist die voldoet aan de voorwaarden die in zijn land van oorsprong zijn vereist, zijn specialiteit in België kan uitoefenen zonder er de erkenning te hebben gekregen die is voorgeschreven bij artikel 35quater van het koninklijk besluit nr.78, de erkenning die hij niet heeft moeten vragen, kunnen opschorten of intrekken ? » Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten bij op 26 maart 1997 ter post aangetekende brieven.

Op de openbare terechtzitting van 30 april 1997, onder voorzitterschap van rechter L. François ter vervanging van voorzitter M. Melchior, wettig verhinderd : - zijn verschenen : . Mr. E. Thiry, Mr. B. Cambier, Mr. D. Renders en Mr. A. Lemaire, advocaten bij de balie te Brussel, en Mr. M. Vanden Dorpe, advocaat bij de balie te Luik, voor de verzoekende partijen; . Mr. J.-L. Jaspar, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Ministerraad; - hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en G. De Baets verslag uitgebracht; - zijn de voornoemde advocaten gehoord; - is de zaak in beraad genomen.

De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.

III. In rechte De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen 171, 172 en 173 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, waarbij drie nieuwe bepalingen zijn ingevoegd in het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies : de artikelen 35decies, 35undecies en 35duodecies.

De artikelen 3, 5 en 6 van de wet van 10 december 1997 tot reorganisatie van de gezondheidszorg, wet bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 januari 1998, hebben de drie aangevochten artikelen vervangen door nieuwe bepalingen.

De debatten dienen te worden heropend om de partijen te verzoeken zich nader te verklaren over de weerslag die de wet van 10 december 1997 op het beroep kan hebben.

Om die redenen, het Hof, beveelt de heropening van de debatten en stelt ze vast op de terechtzitting van 11 maart 1998 om 14 uur teneinde de partijen in staat te stellen zich nader te verklaren over de weerslag die de wet van 10 december 1997 op het beroep kan hebben.

Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 11 februari 1998.

De griffier, L. Potoms.

De wnd. voorzitter, L. François.

^