24 MEI 2007. - Besluit van het interministerieel Comité van het **** **** van de Inspectie van financiën tot vaststelling van de voorwaarden tot werving van de leden van het **** **** van de Inspectie van financiën

**** interministerieel Comité van het **** **** van de Inspectie van financiën, Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de ****, inzonderheid op artikel 51, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het **** **** van de Inspectie van financiën;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot vaststelling van het statuut van de leden van het **** **** van de Inspectie van financiën en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het **** **** van de Inspectie van financiën, inzonderheid op artikelen 6 en 10;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1966 tot vaststelling van de voorwaarden tot werving in de betrekkingen van inspecteur van financiën, van adviseur van financiën en van adviseur van de thesaurie;

Gelet op het overleg met de Afgevaardigd Bestuurder van het **** van de Federale Overheid;

Gelet op het advies van de Raad van het **** **** van de Inspectie van financiën van 18 januari 2007;

Gelet op het protocol ****. 139/2 van 2 april 2007 van het **** ****;

Gelet op het advies van de Raad van **** ****. 42.860/4 gegeven op 14 mei 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.De voorselectie bedoeld in artikel 6bis van het koninklijk besluit van 8 augustus 1966 tot vaststelling van de voorwaarden tot werving in de betrekkingen van inspecteur van financiën, van adviseur van financiën en van adviseur van de thesaurie en in artikel 10 van het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot vaststelling van het statuut van de leden van het **** **** van de Inspectie van financiën en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het **** **** van de Inspectie van financiën bestaat uit een gestandaardiseerde vragenlijst over de algemene ontwikkeling en de algemene kennis inzake juridische en economische vakken zoals bedoeld in artikel 4.

Art. 2.Het vergelijkend examen omvat drie gedeelten : een mondelinge proef over de algemene vorming, een mondelinge proef over de kennis die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie en een schriftelijke proef die bestaat uit een onderzoek van een **** dat relevant is voor de functie.

Art. 3.De eerste proef kan voorafgegaan worden door een **** die geldt als informatie voor deze proef.

Art. 4.Voor de ondervraging worden de materies van de tweede proef samengevoegd in twee gedeelten : 1° juridische vakken, namelijk grondwettelijk recht, met inbegrip van noties van **** recht, administratief recht, **** en ****;2° economische vakken, namelijk openbare financiën, economie en **** toegepast op de openbare sector, met inbegrip van ****.

Art. 5.De Voorzitster van het interministerieel Comité van de Inspectie van financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

****, 24 mei 2007.

De Voorzitster van het interministerieel Comité van de Inspectie van financiën, Mevr. ****. VAN DEN ****